3 ONDERDELEN VERVANGEN
Manometer van het apparaat vervangen
1. Open de behuizing (zie "Servicehandleiding, 3 Onder-
delen vervangen, Behuizing openen").
2. Koppel de slang los van de manometer van het apparaat.
3. Draai de moer (maat 11) op de steunbeugel los (zie a).
Verwijder de manometer van het apparaat naar voren,
door de voorplaat.
4. Om het glas te vervangen, moet de buitenste metalen
ring tegen de klok in worden losgemaakt.
Batterij vervangen
1. Open het deksel van het batterijvak aan de achterkant
van het apparaat met een schroevendraaier (zie a).
2. Verwijder de batterij met de schroevendraaier en ver-
vang deze door een nieuwe batterij type AA 1,5 V (let
op de juiste polen).
Ontluchtingsventiel vervangen
1. Open de behuizing (zie "Servicehandleiding, 3 Onder-
delen vervangen, Behuizing openen").
a
a
2. Koppel de slangen los van het ontluchtingsventiel.
3. Druk met de schroevendraaier het lipje op het ven-
tielhuis omhoog (zie a). Het ventiel komt nu los van
de druktoets.
Drukregelknop kan niet meer worden bewogen
a
1. Eerst moet worden vastgesteld of de drukregelknop te
ver naar rechts of links werd gedraaid. Daarvoor moet
de spiraalslang met een afsluitdop worden afgesloten
en aan de persluchtvoorziening worden gekoppeld.
2. Als op de manometer van het apparaat 0 mmHg druk
wordt weergegeven (zie a), moet de drukregelknop
met de klok mee worden gedraaid (zie b).
c
a
3. Wanneer de manometer van het apparaat een druk
van 600 mmHg (±10 %) weergeeft (zie c), moet de
drukregelknop tegen de klok in worden gedraaid (zie
d).
- 28 / 48 -
b
d