4.6. Meten van capaciteit
Om een elektrische schok te voorkomen, de condensator ontladen vóór de meting.
1. Schuif de ingangsafsluiter omhoog.
2. Draai de functieschakelaar op
3. Verbind de zwarte banaanstekker in de negatieve COM klem
en de rode banaanstekker in de positieve
4. Raak één zijde van het toestel aan met de zwarte
testprobepunt en de andere zijde met de rode testprobepunt.
5. De capaciteitwaarde wordt weergegeven.
Noot:
Voor zeer grote capaciteitwaarden, duurt het meerdere
seconden alvorens de uiteindelijke uitlezing stabiel is.
Noot:
Bij nulinstelling wordt de strooicapaciteit van de meetsnoeren
verwijderd om de nauwkeurigheid te verbeteren bij het meten
van lage capaciteit. Om dit te doen drukt men gedurende twee
pieptonen op MODE ZERO. De uitlezing wordt op nul ingesteld
en de offsetwaarde wordt afgetrokken van elke verdere meting.
4.7. Meten van frequentie en arbeidscyclus
1. Schuif de ingangsafsluiter omhoog.
2. Draai de functieschakelaar op Hz %.
3. Verbind de zwarte banaanstekker met de negative COM
klem en de rode banaanstekker met de positieve Hz klem.
4. Raak één zijde van het toestel aan met de zwarte
testprobepunt en de andere zijde met de rode testprobepunt.
5. De frequentiewaarde verschijnt op het bovenste display. De
arbeidscyclus verschijnt op het kleine onderste display.
6. Druk op MODE om de arbeidscyclus op het hoofddisplay
weer te geven.
WAARSCHUWING:
capaciteit.
klem.
10