Werking
8.1.2
Handbediening
De handmatige modus (handbediening) dient voor testdoeleinden en
onderhoudswerkzaamheden.
Druk op de besturingseenheid op de knop "Manual" om de handmatige modus
te selecteren. De LED "Auto" op het bedieningspaneel knippert als een visueel
signaal voor de handbediening. In de handbedieningsmodus worden de
bijvulontgassing "NE" en de systeemontgassing "SE" in- of uitgeschakeld.
Systeemontgassing "SE" van het installatiewater
De stappen van de systeemontgassing komen overeen met die van de
permanente ontgassing in de automatische bedrijfsmodus. Het enige verschil is
dat de ontgassingsduur
niet automatisch wordt beperkt. Deze instelling is noodzakelijk voor de
vacuümtest tijdens de eerste ingebruikname (zie hoofdstuk 7.6 "Vacuümtest" op
pagina 14)) en voor testcycli i.v.m. onderhoudswerkzaamheden (zie
hoofdstuk 9.3 "Controle van systeemontgassing / bijvulontgassing" op
pagina 22)).
Bijvulontgassing "NE" van het vul- en bijvulwater
De ontgassing van het bijvulwater is noodzakelijk voor testcycli i.v.m.
onderhoudswerkzaamheden (zie hoofdstuk 9.3 "Controle van
systeemontgassing / bijvulontgassing" op pagina 22) en in de modus
"Magcontrol" voor het vullen van installatiesystemen met water.
•
Knoppen "Wisseling vooruit / terug"
–
Selectie van "NE" of "SE".
•
Knop "Auto"
–
Terugkeren naar automatische
bedrijfsmodus.
8.1.3
Stopmodus
De stopmodus dient voor de inbedrijfstelling van de Servitec.
Druk op de besturingseenheid op de knop "Stop". De LED "Auto" op het
bedieningspaneel dooft.
In de stopmodus is de Servitec buiten werking gesteld (behalve de
weergavefunctie). Er vindt geen functionele bewaking plaats. De pomp "PU" is
uitgeschakeld. Als de stopmodus voor meer dan 4 uur is geactiveerd, wordt een
melding gegenereerd. Als in het gebruikersmenu het item "Potentiaalvrij
storingscontact?" op "Ja" gezet is, wordt de melding via het
verzamelstoringscontact uitgegeven.
8.1.4
Zomerbediening
Als de circulatiepompen van de installatie in de zomer buiten bedrijf worden
gesteld, kan de ontgassing van het netinhoudwater niet worden gegarandeerd,
omdat er geen gasrijk water in de Servitec komt. In dit geval kan via het
gebruikersmenu het ontgassingsprogramma op bijvulontgassing ingesteld
worden om energie te besparen. Als de Servitec in de zomer in de bedrijfsmodus
bijvulontgassing wordt gebruikt, moet er na het inschakelen van de
circulatiepompen weer op intervalontgassing of op permanente ontgassing
worden overgeschakeld.
Instelling via het gebruikersmenu, zie hoofdstuk 8.2.1 "Gebruikersmenu" op
pagina 18.
Keuze uit 3 ontgassingsprogramma's.
•
Permanente ontgassing
–
Tijdens de eerste inbedrijfstelling en
reparaties.
•
Intervalontgassing
–
Voor continu gebruik (tijdgestuurd).
•
Bijvulontgassing
–
Alleen voor het bijvulwater. De
installatie wordt niet ontgast.
Opmerking!
Gedetailleerde beschrijving van de selectie van
ontgassingsprogramma's, zie hoofdstuk 9.3 "Controle van
systeemontgassing / bijvulontgassing" op pagina 22.
18 — Nederlands
2.5 bar
NE▼*
SE▲*
010 u
*
Knipperende modus
"NE▼" of "SE▲" is
actief
Ontgass. programma
Bijvulontgassing
Vacuüm – sproei-ontgassing —13.04.2022
8.1.5
Heringebruikname
VOORZICHTIG
Kans op letsel door startende pomp
Bij het starten van de pomp kunnen zich verwondingen aan de hand
voordoen wanneer u de pompmotor met een schroevendraaier op het
ventilatorwiel aandraait.
•
Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de pompmotor op het
ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait.
OPGELET
Beschadiging van het apparaat door startende pomp
Bij het starten van de pomp kan deze worden beschadigd wanneer u de
pompmotor met een schroevendraaier op het ventilatorwiel aandraait.
•
Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de pompmotor op het
ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait.
Na een langere stilstandperiode (apparaat losgekoppeld van de voeding of in de
stopmodus) kan het gebeuren dat de pomp "PU" vastzit. Draai daarom vóór de
ingebruikname van de pomp met een schroevendraaier op het ventilatorwiel
van de pompmotor.
Opmerking!
Een vastzitten van de pomp "PU" tijdens de werking kan worden
voorkomen door gebruik te maken door de geforceerde opstartfunctie
(na 24 uur).
8.2
Besturingseenheid
8.2.1
Gebruikersmenu
Via het gebruikersmenu wordt de besturingseenheid van het apparaat ingesteld
tijdens de eerste inbedrijfstelling. Tijdens de werking kunnen dan
installatiespecifieke waarden opnieuw worden gecorrigeerd of opgevraagd, zie
hoofdstuk 8.2.1 "Gebruikersmenu" op pagina 18.
8.2.2
Servicemenu
Dit menu is beveiligd met een wachtwoord. De toegang is alleen mogelijk voor
de Reflex klantenservice. Een gedeeltelijke samenvatting van de in het
servicemenu opgeslagen instellingen is te vinden in het hoofdstuk
"Standaardinstellingen".
8.2.3
Standaardinstellingen
De besturing van de Servitec wordt geleverd met de volgende
standaardinstellingen. De waarden kunnen via het gebruikersmenu worden
aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. In bijzondere gevallen is een
verdere aanpassing mogelijk in het servicemenu.
Gebruikersmenu
Parameter
Instelling
Taal
NL
Tijd
Datum
Servitec
Magcontrol
Minimale werkdruk p0
1,5 bar
Veiligheidsklep druk
3,0 bar
Ontgassing
Permanente
Ontgassingsprogramma
ontgassing
Duur permanente
24 uur
ontgassing
Bijvulling
Maximale
0 liters
bijvulhoeveelheid
Maximale bijvulduur
20 minuten
Opmerking
Taal van de menusturing
Voor installaties met
membraan-drukexpansievat
Alleen Magcontrol
Aanspreekdruk van de
veiligheidsklep in de boiler
van de installatie
Alleen als "Met watermeter ja"
gekozen is op de
besturingseenheid
Magcontrol en Levelcontrol