De centrale vergrendeling zal bij het herinschakelen niet worden aangestuurd.
-
Automatisch inschakelen van het alarm (programmeerstap 8):
-
Zet het alarmsysteem in de programmeerstand, zie 4. Programmeren.
Ga naar stap 8.
-
-
Zet de funktie aan.
-
Schakel de programmeerstand uit.
Wanneer er nu met de auto is gereden en het contactslot van de auto wordt uitgezet
-
zal het alarm 15 seconden na het sluiten van de portieren automatisch inschakelen.
-
De centrale vergrendeling zal hierbij niet worden aangestuurd.
Automatisch inschakelen van startblokkering (programmeerstap 9):
-
Zet het alarmsysteem in de programmeerstand, zie 4. Programmeren.
-
Ga naar stap 9.
-
Zet de funktie aan.
-
Schakel de programmeerstand uit.
De blokkering zal nu automatisch inschakelen, 10 minuten na het uitzetten van het
-
contactslot van de auto, 1 seconde na het uitzetten van het contactslot van de auto en
het open van een portier, 2 minuten na het uitschakelen van het alarmsysteem met de
handzender.
Garage stand:
Zet het alarmsysteem uit met de handzender.
-
-
Zet het contactslot van de auto aan.
-
Druk binnen 10 seconden op de A-toets van de handzender, de statusled op het
commandoblok zal 1 maal knipperen en het alarmsysteem zal 1 korte pieptoon geven.
-
Het systeem staat nu in garagestand.
-
Wanneer de auto nu afgegeven wordt bij een garage (voor APK bijvoorbeeld) is het
niet nodig om een handzender mee te geven, het alarmsysteem zal nu namelijk niet
automatisch inschakelen.
Wanneer de A-toets van de handzender 1 maal wordt ingedrukt zal het alarmsysteem
-
inschakelen en de garagestand worden uitgeschakeld.
Technische gegevens:
Voedingspanning
Stroomverbruik ingeschakeld alarm
Stroomverbruik uitgeschakeld alarm
Knipperlichtrelais
Blokkeringrelais
Claxon/sirene uitsturing
CPV uitsturing
Binnenverlichting uitsturing
Tempratuurbereik
9-15 Vdc
14 mA@ 12 Vdc
7 mA @ 12 Vdc
o
10-15 A @ 25
C
o
10-15 A @ 25
C
o
1 A @ 25
C
o
2 A @ 25
C
o
2 A @ 25
C
o
o
-40
C/+85
C