Advertenties
Druk binnen 1 seconde nogmaals op de A-toets van de handzender.
-
-
Het alarmsysteem zal nu een tweede maal de knipperlichten aansturen en een tweede
korte pieptoon geven.
Eventueel aangesloten optionele detectors, bijvoorbeeld de GT431, zijn nu uit
-
geschakeld.
Eventueel aangesloten elektrische ramen of comfortschakeling zullen nu niet worden
-
aangestuurd!
-
De elektrische ramen of comfortschakeling kunnen nu worden gesloten door de B-
toets van de handzender in te drukken, de ramen of comfortschakeling worden nu net
zo lang aangestuurd als de B-toets wordt ingedrukt.
-
Wanneer het alarmsysteem wordt uitgeschakeld en weer wordt ingeschakeld met de
handzender, zijn de optionele detectors weer aktief.
Tijdelijk uitschakelen van de sirene:
-
Zet het contactslot van de auto aan.
-
Druk binnen 10 seconden op de B-toets van de handzender.
-
De statusled op het commandoblok zal 2 maal knipperen en het alarmsysteem zal 2
korte pieptonen geven.
-
Zet het contactslot van de auto uit.
Wanneer het alarmsysteem wordt in geschakeld via de handzender is de sirene
-
uitgeschakeld.
-
Wanneer het alarmsysteem af zal gaan zal de sirene dus niet loeien.
Wanneer het alarmsysteem wordt uitgeschakeld en weer wordt ingeschakeld met de
-
handzender, is de sirene weer aktief.
Noodschakelaar:
Wanneer het alarmsysteem niet uitgeschakeld kan worden met de handzender.
-
-
Open het portier via de sleutel, het alarm zal afgaan.
-
Houdt de handzender voor een aantal seconden tegen het commandoblok.
-
Het alarmsysteem zal uitschakelen.
Paniekfunktie:
Het alarmsysteem is voorzien van een paniekfunktie, deze kan worden bediend zowel bij in- als
uitgeschakeld alarm.
Druk voor 1 seconde op de B-toets van de handzender en de paniekfunktie wordt
-
ingeschakeld.
Het alarm zal nu afgaan en de knipperlichten zullen knipperen.
-
-
Druk nogmaals op de B-toets van de handzender om de paniekfunktie weer uit te
schakelen.
Herinschakelen van het alarm (programmeerstap 7):
-
Zet het alarmsysteem in de programmeerstand, zie 4. Programmeren.
-
Ga naar stap 7.
Zet de funktie aan.
-
-
Schakel de programmeerstand uit.
-
Wanneer het alarmsysteem nu wordt uitgeschakeld met de handzender zal het
alarmsysteem na 2 minuten weer automatisch inschakelen.
-
Wordt er binnen 2 minuten een portier geopend en het contactslot van de auto
aangezet zal het alarm niet inschakelen.
-
Wordt binnen 2 minuten een portier of kofferdeksel geopend zal het alarm weer
automatisch inschakelen 2 minuten nadat het portier of kofferdeksel weer gesloten is.
Advertenties
