Shuntgeregelde bijverwarming
Voorzichtig!
Merk alle elektrische schakelkasten met waar-
schuwingsstickers voor externe spanning.
Deze aansluiting maakt een externe bijverwarming mo-
gelijk, zoals een boiler op olie, een boiler op gas of
blokverwarming, om de verwarming te ondersteunen.
De aansluiting vereist dat de boilersensor (BT52) is aan-
gesloten op een van de AUX-ingangen in de F1355, zie
paragraaf"Externe aansluitopties (AUX)" op pagina 28.
De sensor is uitsluitend selecteerbaar wanneer "shuntge-
stuurde bijverw." is geselecteerd in menu 5.1.12.
F1355 regelt een shuntklep en startsignaal voor de bij-
verwarming met behulp van drie relais. Als de installatie
niet de juiste aanvoertemperatuur kan aanhouden, start
de bijverwarming. Als de ketelsensor (BT52) de instel-
waarde overschrijdt, stuurt de F1355 vanaf de bijverwar-
ming een signaal naar de shunt (QN11) om open te gaan.
De shunt (QN11) past zich aan, zodat de werkelijke
aanvoertemperatuur overeenkomt met de theoretisch
berekende instelwaarde van het regelsysteem. De shunt
(QN11) sluit volledig wanneer de warmtevraag voldoen-
de is gedaald, zodat bijverwarming niet meer nodig is.
De fabrieksinstelling voor de minimale looptijd voor de
ketel is 12 uur (aan te passen in menu 5.1.12).
De instellingen voor shuntgeregelde bijverwarming
worden verricht in menu 4.9.3 en menu 5.1.12.
Sluit de shuntmotor (QN11) aan op klemmenstrook
AA101-X7:4 (230 V, open) en 3 (230 V, dicht).
Voor het regelen van de in- en uitschakeling van de bij-
verwarming sluit u deze aan op klemmenstrook AA101-
X7:2.
AA101-X7
1 2 3 4
F1355
F1345
Externt
Extern
L
Aan/Uit
Till/Från
Alle bijverwarming kan worden geblokkeerd door een
potentiaalvrije schakeling aan te sluiten op de AUX-in-
gang op klemmenstrook AA3-X6 en AA101-X10. De
functie moet worden geactiveerd in menu 5.4.
26
Hoofdstuk 5 |
Elektrische aansluitingen
N
M
Bijverwarming in tank
Voorzichtig!
Merk alle elektrische schakelkasten met waar-
schuwingsstickers voor externe spanning.
Deze aansluiting zorgt ervoor dat een externe bijverwar-
ming in de tank ondersteuning kan bieden bij de produc-
tie van warmtapwater wanneer de compressors bezig
zijn met het genereren van warmte.
Bijverwarming in tank wordt geactiveerd in menu 5.1.12.
Voor het regelen van de in- en uitschakeling van de bij-
verwarming in de tank sluit u deze aan op klemmen-
strook AA101-X7:4.
AA101-X7
1 2 3 4
F1355
F1345
Externt
Extern
L
Alle bijverwarming kan worden geblokkeerd door een
potentiaalvrije schakeling aan te sluiten op de AUX-in-
gang op klemmenstrook AA3-X6 en AA101-X10. De
functie moet worden geactiveerd in menu 5.4.
NIBE F1355