Driefasige aansluiting
1.
Sluit de stroomsensoren en de aders van de sensormodule in overeenstem-
ming met de fasen direct vóór de energiemeter aan. De pijl op de stroomsen-
soren moet in de richting van de verbruikers wijzen.
2.
Installeer geen verbruiker tussen de energiemeter en de stroomsensoren.
De sensormodule telt de vermogenswaarden van alle 3 fasen op. Alle 3 fasen moe-
ten op de sensormodule worden aangesloten.
Versorgung / Power supply
160mA 240V~
N
L3
CTL1
CTL2
Aanwijzing
Alle 3 fasen moeten via een 3-fasige stroomonderbreker van
16 A (niet meegeleverd) worden gezekerd.
12
Verbruiker
CTL3
zwart
rood
zwart
rood
zwart
rood
Energiemaatschappij/
Energiemeter
Eenfasige aansluiting
1.
Sluit de stroomsensor en de ader L1 van de sensormodule direct vóór de
energiemeter aan. De pijl op de stroomsensor moet in de richting van de ver-
bruikers wijzen.
2.
Installeer geen verbruiker tussen de energiemeter en de stroomsensor.
3.
Zorg voor een kortsluiting op de aansluitingen van CTL2 en CTL3. De overige
stroomsensoren worden niet gebruikt.
Versorgung / Power supply
160mA 240V~
L1
N
N
L3
L1
N
Aanwijzing
De fase moet via een eenfasige stroomonderbreker van 16 A
(niet meegeleverd) worden gezekerd.
CTL1
CTL2
CTL3
zwart
rood
Verbruiker
L1
N
L1
N
Energiemaatschappij/
Energiemeter