Besturing van de miniatuurwereld
VPEB
Handleiding DINAMO Plug & Play
1 Dinamo
1.1 Principe
Het besturingsprincipe van Dinamo is afgeleid van de wijze waarop de treinenloop normaliter
wordt beveiligd: Door middel van een bloksysteem. Het bloksysteem houdt in dat de
spoorbaan wordt verdeeld in blokken. Een trein mag een blok pas inrijden als het vrij is. In elk
blok mag zich dus ook maar één trein tegelijk bevinden.
Bij Dinamo is de spoorbaan niet alleen beveiligingstechnisch verdeeld in blokken, maar heeft
elk blok ook zijn eigen elektrische aansturing. Aangezien zich in elk blok maximaal één trein
mag bevinden kan zo elke trein exact worden aangestuurd als voor die trein op dat moment
nodig is. Dat kan bij Dinamo zowel een analoge trein zijn als een digitale (DCC) trein.
Om vast te stellen op welke wijze elk blok moet worden aangestuurd, moet steeds bekend
zijn welke trein zich in het betreffende blok bevindt. Dit wordt in de praktijk gerealiseerd met
besturingssoftware op een PC, die nauwkeurig bijhoudt welke trein zich waar bevindt. De
besturingssoftware beveiligt zo niet alleen de treinenloop, maar zorgt ook voor de juiste en
meest natuurgetrouwe aansturing. Dinamo kan in theorie werken zonder PC, maar in de
praktijk is dat nagenoeg nooit het geval.
Voor de goede orde: Besturen met een PC betekent niet dat alles vanzelf gaat Het is prima
mogelijk om de spoorbaan met een PC te besturen en toch handmatig veel beslissingen te
nemen of zelfs treinen handmatig individueel te besturen. Bedenkt dat veel "digitale
centrales" die op de markt zijn feitelijk ook gespecialiseerde computers zijn met speciale
software. Bij Dinamo is dat niet veel anders, het is alleen geen speciaal kastje, maar een
willekeurige, normale PC met software.
Tussen 2 blokken kunnen eventueel wissels liggen, zodat een trein de keuze heeft naar welk
volgend blok hij rijdt. Beveiligingstechnisch maakt een wisselstraat (een verzameling wissels
die een trein van een blok naar een volgend blok leidt) nooit deel uit van een blok, elektrisch
kan dat eventueel wel het geval zijn (zie hoofdstuk 7).
In de werkelijke wereld wordt de overgang tussen 2 blokken in het algemeen beveiligd met
seinen. Seinen staan daarbij aan de uitgang van elk blok. Als het volgende blok vrij en
gereserveerd is voor de betreffende trein en de wisselstraat er naar toe veilig, wordt de
betreffende rijweg door het beveiligingssysteem vrijgegeven.
1.2 Blokken en secties
De blokken worden bij Dinamo individueel en symmetrisch aangestuurd. Symmetrisch wil
zeggen dat op beide spoorstaven een identieke, maar tegengestelde elektrische aansturing
plaats vindt. Er is dus geen spoorstaaf die aan "nul" of aarde ligt. Dientengevolge moet bij
Dinamo een blok elektrisch volledig geïsoleerd zijn van de aangrenzende blokken. Tussen 2
blokken zijn dus beide spoorstaven onderbroken.
Om de treinen op de spoorbaan te kunnen laten besturen met software op een PC is het
nodig dat de besturingssoftware weet waar de treinen zich bevinden. Meestal is het
onvoldoende om alleen te weten in welk blok een trein zich bevindt. Voor een goede besturing
is het ook nodig om te weten waar in een blok die trein zich bevindt. Om dat te bereiken
wordt een blok opgedeeld in secties. De precieze verdeling van blokken in secties hangt in
belangrijke mate af van de gebruikte besturingssoftware, dus voor details daarover zul je de
handleiding van je besturingssoftware moeten raadplegen.
Met Dinamo P&P heb je standaard 4 secties per blok beschikbaar. Deze hoef je niet allemaal
te gebruiken. In veel gevallen zul je aan 2 of 3 secties voldoende hebben. Om onderscheid te
kunnen maken tussen de secties dient tussen 2 secties binnen hetzelfde blok één van de
spoorstaven te zijn geïsoleerd.
Binnen een blok hebben we derhalve een niet-onderbroken spoorstaaf en een onderbroken
spoorstaaf. Aangezien we binnen een blok 2 richtingen op kunnen rijden en een digitaal (DCC)
©2021 Leon van Perlo
Versie 1.3 – 14 januari 2021
Pag 4 van 32