Besturing van de miniatuurwereld
3.5 Capaciteit en keuze voeding
De totale stroomvoorziening van "de baan" moet voldoende zijn om alle aanwezige treinen
van energie te voorzien. Als globale richtlijn kun je aannemen dat een H0 trein maximaal 1A
gebruikt. In schaal N is dat ongeveer de helft. Het verbruik hangt sterk af van de
eigenschappen van de treinen en bv of er verlichting en geluid in zit. Het verbruik van de
elektronica (TM44) zelf kun je verwaarlozen.
Voor de rijspanning (dus wat je aansluit op de PWR van de TM44), is een spanning tussen de
14V en 18V meestal een goede keuze. Voor een middelgrote baan adviseren we een voeding
van ongeveer 150W. In H0 kun je hiermee tot zo'n 10 gelijktijdig rijdende treinen voeden. In
schaal N waarschijnlijk meer dan 15. Als je meer vermogen nodig hebt kies dan een
zwaardere voeding of gebruik meerdere voedingen.
Schakelende netvoedingen zijn voor deze toepassing
goed geschikt en hebben tegenwoordig een
interessante kostprijs. De firma MeanWell levert
bijvoorbeeld de HRP150-15. Dit is een compacte
15V-10A schakelende voeding, die volgens opgave
instelbaar is van 13,5V-18V (in de praktijk tussen
12,5V en 19,5V). Kosten ca € 60. Voor schaal Z
kun je toe met een lagere spanning (10..13V) en
aanzienlijk minder vermogen. In dat geval kun je
beter kiezen voor een iets lichtere voeding, bv 12V
instelbaar +/- 20%
3.6 Veiligheid
Het aansluiten van netvoedingen omvat het werken met 230V stroomvoorziening. Het
werken met dergelijke spanningen en vermogens is potentieel levensgevaarlijk en in sommige
landen wettelijk voorbehouden aan gediplomeerde professionals.
We kunnen in deze handleiding geen gedetailleerde voorschriften stellen voor alle mogelijke
situaties. Houd je aan de lokale wettelijke voorschriften, gebruik je gezonde verstand en als
je twijfelt en niet beschikt over de benodigde kennis, vraag advies aan iemand die je
voldoende deskundig acht of schakel een vakman in.
3.7 Aansluitkabel(s) voeding
Het elektrisch vermogen dat de voeding levert aan de TM44's onder "je baan" om je treinen
te laten rijden moet via koperdraden getransporteerd worden. Om voldoende stroom te
kunnen geleiden moeten deze draden voldoende dik zijn. In de volledige TM44 handleiding
vinden je een uitgebreide richtlijnen voor afstanden en draaddiktes. Hier volstaan we met de
volgende vuistregels, die in de meeste gevallen toereikend zijn:
•
Gebruik bij voorkeur flexibele draad (dus liefst geen draad met massieve kern), omdat
gevlochten draad betere hoogfrequent eigenschappen heeft.
Bedraad zoveel mogelijk stervormig vanuit een centraal verdeelpunt bij de voeding.
•
©2021 Leon van Perlo
VPEB
Fig 13: Aansluiten voeding op TM44
Versie 1.3 – 14 januari 2021
Handleiding DINAMO Plug & Play
PWR GND
PWR GND
NIET AANSLUITEN!
NIET AANSLUITEN!
Fig 13: MeanWell HRP 150-15
Pag 13 van 32