Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Besturing van de miniatuurwereld
In DinamoConfig worden TM44's met subadres 0
aangeduid als "primair" en modules met subadres 1 als
"secundair". Wees gerust, er is geen enkel verschil in
prestatie tussen primaire en secundaire modules.
Het module en subadres wordt ingesteld met
DIPswitches 1..5.
Je bent niet verplicht de TM44's opeenvolgend te
nummeren. Zolang elke TM44 maar een uniek adres heeft en er geen TM44's zijn met
subadres 1 zonder begeleidende module op subadres 0 werkt het. Opeenvolgend nummeren
maakt het leven echter wel wat gemakkelijker. We adviseren daarom om te starten bij 0.0,
0.1, 1.0, 1.1, etc en op die manier verder te nummeren. Dat leidt uiteindelijk ook tot een
logische nummering van beschikbare blokken.
Het TM44 module/subadres bepaalt via welk bloknummer de blokken aanstuurbaar zijn vanuit
je besturingsprogramma en welke bezetmelders worden gerapporteerd bij het bezet worden
van een sectie. Per TM44 zijn de bezetmelders als volgt genummerd:
Sectie
Nummer
0b0
0
0b1
1
0b2
2
0b3
3
De manier waarop je besturingsprogramma de blokken en secties nummert, wordt bepaald
door die besturingssoftware (iTrain, Koploper, Rocraill, etc.). Sommige programma's
gebruiken lineaire nummering van blokken (0..127) en secties (0..2047), terwijl andere een
modulaire benadering gebruiken, bijv. 0.0 tot 31.3 of 0.0 tot 15.7 voor blokken en iets
vergelijkbaars voor secties. Bij sommige besturingsprogramma's kun je zelfs kiezen tussen
verschillende nummeringschema's.
Let ook op
dat veel programma's beginnen met 1 en daarom 1 toevoegen aan de Dinamo
module, blok- en sectienummering. Daarom kan TM44 module 0.0 opduiken als module 1.1 in
je software, en Dinamo blok 5 kan blok 6 zijn in je besturingssoftware. Merk op dat dit
afhankelijk is van de besturingssoftware en dat je de handleiding van de respectievelijke
software moet raadplegen voor de details.
Als je software een lineaire nummering gebruikt, gelden de volgende blok –en
bezetmeldernummers:
Bloknummer = Moduleadres x 8 + subadres x 4 + bloknummer (0..3)
Bezetmelder = Moduleadres x 128 + subadres x 64 + sectienummer (0..15)
Let dus op dat bij veel besturingsprogramma's er steeds 1 wordt opgeteld bij de door
Dinamo gehanteerde blok-, sectie-, en
Bovenstaande formules zouden niet zo ingewikkeld moeten zijn, maar mocht je nu tijdens de
rekenlessen op school niet zo goed hebben opgelet, dan vind je in bijlage A van deze
handleiding een tabel om je uit de brand te helpen.

5.3.2 Master/Slave

De TM44's dienen onderling exact "in de pas" te lopen om te voorkomen dat bij het passeren
van een trein tussen 2 blokken een kortsluiting ontstaat. Er dient daarom één module te zijn
die "de maat" aangeeft (Master) en de rest volgt (Slave). Dipswitch 6 bepaalt of de module
zich gedraagt als "Master" of "Slave". Er moet in één Dinamo systeem exact één Master
zijn. Bij TM44's moet er dus exact één zijn met DIPswitch 6 = ON en alle andere moeten
DIPswitch 6 = OFF hebben. Indien er geen duidelijke reden is hiervan af te wijken, kies dan
module 0.0 as Master.
©2021 Leon van Perlo
VPEB
Sectie
Nummer
1b0
4
1b1
5
1b2
6
1b3
7
Tabel 2: TM44 Blok –en bezetmelder nummering
modulenummers.
Versie 1.3 – 14 januari 2021
Handleiding DINAMO Plug & Play
Fig24: TM44 DIPswitches
Sectie
Nummer
2b0
8
2b1
9
2b2
10
2b3
11
Sectie
Nummer
3b0
12
3b1
13
3b2
14
3b3
15
Pag 23 van 32

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor VPEB DINAMO Plug & Play

Inhoudsopgave