Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Klimaatmodus Instellen; Stand-/Extra Verwarming Instellen; Belangrijke Veiligheidsaanwijzingen - Mercedes-Benz Audio 20 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

360°-camera
34
Instellingen in het hoofdgebied van
het klimaatmenu

Klimaatmodus instellen

Met de instelling van de klimaatmodus wordt de
soort luchtstroom bepaald. Als de airconditio-
ning op "AUTO" is ingesteld, is de instelling
actief.
De klimaatmodus kan alleen in combinatie met
de automatische airconditioning THERMOTRO-
NIC worden ingesteld.
X
Het klimaatmenu oproepen (
X
Aircostijl
selecteren door draaien en
indrukken van de controller.
X
De instelling wijzigen door draaien en indruk-
ken van de controller.
X
Menu verlaten: De toets % indrukken.
De actuele instelling voor de luchtstroom wordt
in de klimaatinstellingenregel weergegeven:
DIFFUSE,
MEDIUM

Stand-/extra verwarming instellen

Voor het automatisch inschakelen van de stand-
verwarming kunnen vooraf drie vertrektijden
worden ingesteld.
X
Vooraf ingestelde tijd selecteren: Het kli-
maatmenu oproepen (
X
Interieurvoorverwarming
draaien en indrukken van de controller.
X
De controller draaien.
X
Vooraf ingestelde tijd wijzigen: Het kli-
maatmenu oproepen (
X
Interieurvoorverwarming
X
Te wijzigen vertrektijd selecteren.
Er wordt een menu voor het wijzigen van de
tijd geopend.
X
Het gewenste instelelement (analoge klok,
uren of minuten) selecteren: De controller
schuiven 5 en 9.
X
Instelling door draaien aan de controller.
X
Menu verlaten: De controller indrukken.
360°-camera

Belangrijke veiligheidsaanwijzingen

Die 360°-camera is slechts een hulpmiddel. Het
systeem kan uw waarneming van de directe
Y
pagina 33).
FOCUS
Y
of
(
pagina 32).
Y
pagina 33).
selecteren door
Y
pagina 33).
selecteren.
omgeving niet vervangen. De chauffeur is te
allen tijde verantwoordelijk voor het veilig
manoeuvreren en in- en uitparkeren. Bij het
manoeuvreren of inparkeren mogen zich geen
personen, dieren of voorwerpen in het manoeu-
vreergebied bevinden; dit controleren.
Overzicht 360°-camera
De 360°-camera registreert de directe omge-
ving van het voertuig en ondersteunt u bijvoor-
beeld bij het parkeren of bij slecht overzichte-
lijke uitritten.
Instellingen voor de 360°-camera
Via achteruitversnelling in- en uitscha-
kelen
Het inschakelen van de functie
door schakelstand R
het inschakelen van de achteruitversnelling het
beeld van de 360°-camera wordt weergegeven.
X
De toets Ø indrukken.
Voertuig
Het menu
X
Systeeminstellingen
schuiven 6, draaien en indrukken van de
controller.
Een menu verschijnt.
X
360°-camera
selecteren door draaien en
indrukken van de controller.
X
Activeren door schakelstand R
ren.
De functie wordt in- O of uitgeschakeld ª.
Camera-afdekking openen om te reini-
gen
X
In het menu 360°-camera
king openen
selecteren door draaien en
indrukken van de controller.
Wachten a.u.b...
De melding
gedurende circa drie seconden.
De camera-afdekking wordt geopend. Als het
voertuig wordt afgesloten of als u wegrijdt,
wordt de camera-afdekking automatisch
gesloten.
Activeren
zorgt ervoor, dat door
verschijnt.
selecteren door
selecte-
Camera-afdek‐
verschijnt

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave