3.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
LET OP!
• Alle elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd met de stroomtoevoer
uitgeschakeld.
• De aansluitingen mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden
uitgevoerd.
• Zorg op de stroomtoevoer voor een uitschakelingsapparaat dat de
automatisering volledig loskoppelt van het netwerk. De uitschakelingsinrichting
moet contacten hebben met een openingsafstand die volledige uitschakeling
mogelijk maakt onder de omstandigheden van overspanningscategorie
III, in overeenstemming met de installatievoorschriften. In geval van
nood garandeert dit apparaat een snelle en veilige uitschakeling van de
stroomtoevoer; daarom moet het in het zicht van de automatisering worden
geplaatst. Als het niet op een zichtbare plaats wordt aangebracht, moet het
voorzien worden van een systeem dat verhindert dat de stroomtoevoer per
ongeluk of door onbevoegden opnieuw wordt aangesloten, om gevaarlijke
situaties te voorkomen. Het uitschakelapparaat wordt niet met de besturing
meegeleverd.
BELANGRIJK!
Het aansluiten van om het even welk apparaat of accessoire dat
niet uitdrukkelijk vermeld wordt in deze instructiehandleding wordt
AFGERADEN.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door foutief gebruik en gebruik dat niet overeenstemt met wat in
deze handleiding van de apparaten van het systeem is vermeld.
Neem voor meer informatie contact op met de servicedienst van Nice.
3.1 Aansluiting van de driefasige voedingskabel voor de
besturingen NDCC1000
Voor het uitvoeren van de elektrische aansluiting, zie fig.7.
Er is een CEE-stekker van 16A aangesloten op de klemmen L1, L2, L3, N en
op de klem PE.
Het is ook mogelijk om verbinding te maken met de besturing met behulp van
een driefasige hoofdschakelaar (niet meegeleverd accessoire).
In dit geval kan de CEE-stekker worden verwijderd tijdens de montage.
10
L1
L2
L3
N
X1
3.2 Aansluiting van de driefasige voedingskabel voor de
besturingen NDCC1100 en NDCC1200
Voor het uitvoeren van de elektrische aansluiting, zie
frequentieomzetter) of
fig.5
(eenfasige motoren met boost-plaat).
Er is een Schüko-stekker aangesloten op de klemmen L1, L2 (met verdere
aansluiting tussen L2 en N) en op de klem PE.
Het is ook mogelijk om verbinding te maken met de besturing met behulp van
een eenfasige hoofdschakelaar (niet meegeleverd accessoire).
In dit geval kan de Schüko-stekker worden verwijderd tijdens de montage.
11
L1
L2
N
X1
12 – Nederlands
PE
fig.6
(motoren met
PE
3.3 Elektrische aansluitingen voor de onderloopbeveiliging
De activering van de onderloopbeveiliging doet standaard de deur volledig
openen. Om deze optie te wijzigen, zie hoofdst.
FOUTENLIJST" op pag.
20
- parameter P105.
De functie van de SAFETY EDGE-ingang is het onmiddellijk stopzetten van het
huidige manoeuvre, gevolgd door het volledig openen van de deur (deze optie
is standaard actief – zie voor andere opties hoofdst.
FOUTENLIJST" op pag.
20
- parameter P105).
Op deze ingang kunnen apparaten worden aangesloten zoals optische
onderloopbeveiligingen (OSE) of met constante weerstandsuitgang 8.2 kΩ.
Tijdens de leerfase herkent de besturing het type apparaat dat is aangesloten en
veroorzaakt een "STOP" als er een afwijking is ten opzichte van de aangeleerde
toestand.
3.3.1.
Een optische onderloopbeveiliging aansluiten
Als u een optische onderloopbeveiliging gebruikt die aangesloten dient te
worden zoals in fig.12C, wijzig dan de positie van de jumper tussen de centrale
pin en de aanduiding "OPTO" (fig. 12A).
3.3.2.
Een resistieve of pneumatische onderloopbeveiliging aansluiten
Als u een pneumatische of resistieve onderloopbeveiliging gebruikt, dient
deze aangesloten te worden zoals afgebeeld in fig.12B:
- breng een weerstand van 8k2 Ohm in serie aan met de onderloopbeveiliging;
- wijzig de positie van de jumper tussen de centrale pin en de aanduiding 8k2
(fig. 12A).
Met de nodige aanpassingen is het mogelijk om meer dan één apparaat aan te
sluiten op de ingang STOP SAFETY EDGE, zelfs van verschillende types:
- NO-apparaten: sluit de weerstand van 8.2 kΩ parallel aan op het apparaat;
- NC-apparaten: sluit de weerstand van 8.2 kΩ in serie aan op het apparaat;
- het is mogelijk om meerdere NC-apparaten "in serie" met elkaar te verbinden
zonder kwantitatieve beperkingen;
- als er meerdere apparaten aanwezig zijn, dan moeten deze "in cascade" met
één eindweerstand van 8.2 kΩ worden aangesloten;
- het is mogelijk om een NO- en NC-combinatie te creëren door de twee
contacten "parallel" op te stellen. In dit geval moet een weerstand van 8.2
kΩ "in serie" aangebracht worden met het NC-contact. Hierdoor is het ook
mogelijk om drie apparaten te combineren: NA, NC en 8.2 kΩ.
12
Resistive/Pneumatic
safety edge 8K2
A
X6
B
C
"5. PARAMETER- EN
"5. PARAMETER- EN
Optical safety
edge (OSE)
- SIG
8,2 kΩ
X6
wit - GND/0V
groen - uitgang
bruin - 12V DC