Gebruikers handleiding GT625
1. Inschakelen
-
Druk voor 1 seconde op de A-toets van de handzender.
-
De knipperlichten zullen 1 maal knipperen en het alarmsysteem zal 1 korte pieptoon
geven.
-
Na 2 seconden zal de deurvergrendeling worden aangestuurd.
Na 60 seconden zal de statusled op het commandoblok gaan knipperen ten teken dat
-
het alarmsysteem op scherp staat.
-
Wanneer de knipperlichten 2 seconden blijven branden en het alarmsysteem 1 lange
pieptoon geeft staat de motorkap, kofferdeksel of 1 van de portieren nog open.
-
Het alarm zal, wanneer deze niet gesloten wordt afgaan.
2.Uitschakelen
-
Druk voor 1 seconde op de A-toets van de handzender.
-
De knipperlichten zullen 2 maal knipperen en het alarmsysteem zal 2 korte pieptonen
geven.
De deurvergrendeling zal worden aangestuurd.
-
-
De statusled op het commandoblok zal uitgaan ten teken dat het alarm is
uitgeschakeld.
-
Wanneer de knipperlichten 4 maal knipperen en het alarmsysteem 4 maal een korte
pieptoon geeft bij uitschakelen is er een alarm geweest.
Om te controleren waarom het alarm is afgegaan dient het contact van de auto te
-
worden aan gezet. Tijdens de eerste minuut zal de status led van het alarm in een
bepaald ritme knipperen.
-
Dit is de geheugenfunktie van het alarmsysteem, het alarmsysteem geeft hiermee aan
op welke detector er een alarm is geweest, zie geheugen functietabel.
Geheugen functietabel:
Aantal maal knipperen van de statusled
2 maal
3 maal
4 maal
5 maal
6 maal
7 maal
3. Tweede openpuls voor centrale vergrendeling
Bij sommige auto's zijn 2 pulsen nodig om de centrale vergrendeling volledig te openen. De eerste
puls opent dan alleen het bestuurdersportier de tweede puls opent dan de andere portieren. Het is
mogelijk om bij deze auto's via de handzender zelf te kiezen wanneer alleen het bestuurdersportier
moet worden geopend en wanneer alle portieren moeten worden geopend.
Wanneer het alarm wordt uitgeschakeld zal wanneer er binnen 3 seconden nogmaals op de
A-toets van de handzender wordt gedrukt een tweede open puls aan de centrale vergrendeling
worden afgegeven.
4. Uitschakelen van optionele detector(s)
Schakel het alarm in met de handzender.
-
-
Druk binnen 2 seconden nogmaals op de A-toets van de handzender.
Het alarmsysteem zal nu een tweede maal de knipperlichten aansturen en een tweede
-
pieptoon geven.
-
Eventueel aangesloten optionele detectors, bijvoorbeeld de GT632, zijn nu uit
geschakeld.
-
Wanneer het alarmsysteem wordt uitgeschakeld en weer wordt ingeschakeld met de
handzender, zijn de optionele detectors weer actief.
4
Detector, draad kleur
Optionele detector, groen/zwarte draad
Geintegreerde schoksensor
Portierschakelaars, groen/bruine draad
Motorkap/kofferdeksel, groene draad
+15/54, gele draad
Voedingspanning onderbreking, rode en bruine draad