3. Testfunctie
Sluit de negatieve accuklem aan wanneer de installatie van het alarmsysteem is voltooid. Het
alarmsysteem zal een korte pieptoon geven en staat direct in de testfunctie. Tijdens deze testfunctie
kan éénvoudig en snel de werking van het alarmsysteem worden gecontroleerd.
-
Wanneer er een portier geopend wordt moet het alarm een korte pieptoon geven.
-
Wanneer de motorkap of kofferdeksel wordt geopend moet het alarm een lange
pieptoon geven. Nu dient direct de geintegreerde schoksensor afgesteld te worden
alvorens verder wordt gegaan met het afstellen van eventuele optionele detectors
zoals de GT632. Telkens wanneer de schoksensor een schok detecteert zal het alarm
een pieptoon geven. De gevoeligheid van de schoksensor kan m.b.v. het
meegeleverde schroevendraaiertje worden afgesteld, de potmeter voor de
gevoeligheid instelling bevind zich naast de connector in de GT625. Wanneer de
schoksensor is ingesteld dient de motorkap weer te worden gesloten.
-
Nu kan een eventuele optionele detector worden afgesteld.
Om de testfunctie uit te schakelen dient het contact aan en uit te worden geschakeld. Wanneer de
gele draad van het alarm correct is aan gesloten zal het alarm 3 pieptonen geven en daarna de
testfunctie uit schakelen.
Om de testfunctie opnieuw op te starten dient het alarm te worden uit geschakeld met een werkende
handzender. De zekeringen te worden verwijderd van het alarm en na 30 seconden weer worden
terug gestoken. Het alarm moet nu weer opstarten in de testfunctie zoals hierboven beschreven.
4. Programmeren van handzenders
Het is mogelijk om nieuwe of extra handzenders te programmeren op het alarmsysteem.
In totaal kunnen 8 verschillende handzenders worden geprogrammeerd.
Affabriek zijn er standaard 2 handzenders geprogrammeerd, om nieuwe of extra handzenders te
kunnen programmeren dienen de volgende handelingen te worden verricht:
-
Schakel met de werkende handzender of via de noodprocedure het alarm uit.
-
Zet dipswitch 2 van het alarm op "ON".
Zet het contact van de auto aan en weer uit, het alarm zal nu 2 pieptonen geven ten
-
teken dat het alarm in programmeer stand staat.
-
Zet nu het contact van de auto weer aan.
-
Druk 1 van de toetsen van de te programmeren handzender in.
-
Houdt de toets ingedrukt tot de status led van het alarm aan en ook weer uit is
gegaan.
-
Zet het contact uit.
-
Zet dipswitch 2 weer terug op "OFF".
-
Het alarm zal nu 3 pieptonen geven ten teken dat de programmeer stand is
uitgeschakeld.
5. Dipswitch instellingen
Dipswitch
1
2
3
4
3
Functie
Uitgang geel/zwart
Programmeren
Pulstijd sluiten c.p.v.
Aansturing ramen
ON
Constant signaal
Ingeschakeld
40 seconden
Via handzender
OFF
Pulserend signaal
Uitgeschakeld
1 seconde
Automatisch