TOEVOERLUCHT
MV Ventilatie-eenheid
INVOER VANUIT HET
DISTRIBUTIEBORD
VOLG ALTIJD IN DE EERSTE PLAATS HET DIAGRAM VOOR
DE AANSLUITINGEN DAT DOOR DE ONTWERPER VAN HET
VENTILATIESYSTEEM OF DE FABRIKANT VAN DE WARMTEPOMP IS
AANGELEVERD. In de bijgaande afbeelding ziet u een voorbeeld
voor het aansluiten van de radiatoreenheid voor verwarmen/
koelen op het verwarmingscircuit.
Sluit de uitgangsleiding van de radiator aan op de
retourleiding van het verwarmingscircuit. Leid de vloeistof die
uit de radiatoreenheid terugkomt naar de retourleiding van
het verwarmingscircuit. Als er bekend is dat er een groot intern
drukverlies is in de warmtepomp, dient er een omleiding te worden
aangelegd langs de warmtepomp. Als dat is gedaan, treedt het
vloeistofcircuit in werking wanneer de warmtepomp stopt. Het
drukverlies over de terugslagklep Y2 voor de bypass dient in dat
geval lager te zijn dan het drukverlies over de warmtepomp.
P
Circulatiepomp. Niet bij de levering inbegrepen. Gezien de
kans op condensatie dient de pomp geschikt te zijn voor
het pompen van vloeistof die kouder is dan de omringende
lucht (bijvoorbeeld Grundfos Magna 1 25-80).
Elektroventiel. Niet bij de levering inbegrepen. Het gekozen
V
ventiel moet compatibel zijn met de vloeistof in het
verwarmingscircuit (bijvoorbeeld ELV05006, Stig Wahlström).
Buis voor condenswater. Niet bij de levering inbegrepen.
K
IP
Ontluchter. Niet bij de levering inbegrepen.
S
Externe elektrische aansluitdoos voor de MV
24 V DC relais/schakelaar voor het bedienen van de pomp
C
en het elektroventiel. Niet bij de levering inbegrepen.
(bijvoorbeeld ABB CR-P024DC2)
Y
Terugslagklep. Niet bij de levering inbegrepen.
Y2 Terugslagklep. Niet bij de levering inbegrepen. Het drukverlies
moet lager te zijn dan het drukverlies over de warmtepomp.
IP
RADIATOR (REVERSE CONNECTIE)
S
C
K
V
P
55
© Vallox • Wij behouden ons het recht voor zonder voorafgaande
WARMTE-
POMP
VERWARMINGSCIRCUIT
De pomp slaat aan als de temperatuur van de
buitenlucht onder de in de fabriek ingestelde
grenswaarde voor de winter komt (-5 °C).
De ingestelde waarde voor de toevoerlucht
voor het profiel dat actief is (bv. het
) bepaalt wanneer de pomp aanslaat.
De pomp slaat aan als de ingestelde waarde
voor de temperatuur van de toevoerlucht lager
ligt dan de temperatuur van de toevoerlucht
die het appartement in wordt geblazen.
Het is in verband met vochtschade van belang
dat de temperatuur van de toevoerlucht in
een luchtkanaal dat niet is geïsoleerd tegen
condensatie niet lager wordt dan 16 ... 20 °C.
Houd bij het kiezen van het relais rekening met
de maximaal toegestane gecombineerde
voeding (6 W) van de printplaat in de kast met
externe verbindingen, als de stroom voor het
relais afkomstig is van de +24 V-aansluiting van
de printplaat.
kennisgeving wijzigingen aan te brengen
BUITENLUCHT