&21'(169250,1*
In het stookseizoen condenseert het vocht uit de afvoerlucht.
Met name in nieuwe gebouwen kan snel condensatie optreden.
Gecondenseerd water moet de eenheid ongehinderd kunnen
verlaten. Controleer voor het begin van het stookseizoen
(bv. tijdens een onderhoudsbeurt in het najaar) of de
condensuitgangen niet verstopt zitten en er nergens lekkage
is. Giet daarvoor wat water in de bak. Maak indien nodig de
condensuitgangen schoon. In het hoofdstuk over de installatie
kunt u zien waar de condensuitgangen zich bevinden.
352%/((023/266,1*
In de onderstaande tabel vindt u aanwijzingen voor
probleemoplossing en het herstellen van storingen.
Bericht op het
gebruikersinterface:
Afvoerventilator gestopt
Bericht op het
gebruikersinterface:
Toevoerventilator gestopt
Bericht op het
gebruikersinterface:
Warmtewisselaar bevroren
Bericht op het
gebruikersinterface:
Temperatuursensor 1/2/3/4/5
Bericht op het
gebruikersinterface:
Externe sensor
Bericht op het
gebruikersinterface:
Naverwarming
Bericht op het
gebruikersinterface:
Storing bus
De ventilatie-eenheid werkt
niet; het bedieningspaneel
werkt niet.
De ventilatie-eenheid
werkt wel, maar het
bedieningspaneel werkt niet.
De ventilator voor de afvoerlucht
werkt niet meer.
De ventilator voor de toevoerlucht
werkt niet meer.
De warmtewisselaar is te koud
geworden.
De aangegeven
temperatuursensor is beschadigd.
De externe temperatuursensor is
beschadigd.
De naverwarming werkt niet.
Problemen met de databus.
Het apparaat krijgt geen stroom
meer
De 24 V DC-stroomtoevoer
is uitgevallen of het
bedieningspaneel is beschadigd.
43
Er kan wat condenswater in
de bak onderin de eenheid
zitten. Dit is normaal; u hoeft
hier niets aan te doen.
Zorg dat er nooit water in de
elektrische installatie terecht kan
komen.
Controleer of de ventilator inderdaad niet meer
werkt. De bedrading en de werking van de ventilator
moeten worden gecontroleerd; indien nodig moet de
ventilator worden vervangen. Neem contact op met
het servicecentrum.
Controleer of de ventilator inderdaad niet meer
werkt. De bedrading en de werking van de ventilator
moeten worden gecontroleerd; indien nodig moet de
ventilator worden vervangen. Neem contact op met
het servicecentrum.
Ontdooi de cel handmatig met behulp van het
bedieningspaneel (Service menu > Cel ontdooien).
Probeer erachter te komen hoe het komt dat de
warmtewisselaar bevroren is.
De installatie van de sensor moet worden
gecontroleerd en indien nodig moet de sensor
worden vervangen. Neem contact op met het
servicecentrum.
De installatie van de sensor moet worden
gecontroleerd en indien nodig moet de sensor
worden vervangen. Neem contact op met het
servicecentrum.
De installatie van de naverwarming moet
worden gecontroleerd en indien nodig moet de
naverwarming worden vervangen. Neem contact op
met het servicecentrum.
Zorg dat de Modbus op de juiste wijze is aangesloten
en dat de apparaten die erop zijn aangesloten goed
functioneren.
Controleer:
• de zekering in de zekeringkast
• de zekering in het apparaat
Controleer de bedrading van de eenheid naar het
bedieningspaneel. Neem eventueel contact op met
het servicecentrum.
© Vallox • Wij behouden ons het recht voor zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigingen aan te brengen