Oppervlaktemeting uitvoeren
1. Druk een aantal keren op de toets FUNC (12), tot het
symbool voor de oppervlaktemeting ( , 25) op het display
verschijnt.
ð In het symbool (25) knippert de betreffende te meten
afstand.
2. Druk kort op de toets MEAS (7), voor het uitvoeren van de
eerste meting (bijv. de lengte).
ð De eerste meetwaarde wordt in de
tussenwaardeweergave 1 (19) weergegeven.
3. Druk opnieuw kort op de toets MEAS (7), voor het
uitvoeren van de tweede meting (bijv. de breedte).
ð De tweede meetwaarde wordt in de
tussenwaardeweergave 2 (21) weergegeven.
ð Het apparaat berekent na de tweede keer drukken op
de toets MEAS (7) automatisch het oppervlak en toont
het in de meetwaardeweergave (23).
Volumemeting uitvoeren
1. Druk een aantal keren op de toets FUNC (12), tot het
symbool voor de volumemeting (
verschijnt.
ð In het symbool (25) knippert de betreffende te meten
afstand.
2. Druk kort op de toets MEAS (7), voor het uitvoeren van de
eerste meting (bijv. de lengte).
ð De eerste meetwaarde wordt in de
tussenwaardeweergave 1 (19) weergegeven.
3. Druk opnieuw kort op de toets MEAS (7), voor het
uitvoeren van de tweede meting (bijv. de breedte).
ð De tweede meetwaarde wordt in de
tussenwaardeweergave 2 (21) weergegeven.
NL
a
b
, 25) op het display
4. Druk opnieuw kort op de toets MEAS (7), voor het
uitvoeren van de derde meting (bijv. de hoogte).
ð De derde meetwaarde wordt in de
tussenwaardeweergave 3 (22) weergegeven.
ð Het apparaat berekent na de derde keer drukken op de
toets MEAS (7) automatisch het volume en toont dit in de
meetwaardeweergave (23).
Het apparaat kan naast de gemeten individuele lengten ook het
plafondoppervlak en het totale oppervlak van alle wanden,
evenals de grootte van de vloer berekenen:
1. Een individuele volumemeting uitvoeren.
2. Druk lang op de toets FUNC (12).
ð Het plafondoppervlak (X) wordt in de
tussenwaardeweergave 1 (19) weergegeven.
ð Het totale oppervlak van de wanden (Y) wordt in de
tussenwaardeweergave 2 (21) weergegeven.
ð De grootte van de vloer (Z) wordt in de
tussenwaardeweergave 3 (22) weergegeven.
ð Het volume wordt in de meetwaardeweergave (12)
weergegeven.
3. Druk lang op de toets FUNC (12), voor terugkeer naar
weergave van de individuele afstanden.
laserafstandsmeetapparaat TD120
a
b
X
Y
z
c
9