Inhoudsopgave
Advertenties
Indirecte meting van een deelhoogte
Info
De aanslag op de beide achterkanten mag tijdens de
metingen niet wijzigen!
Deze methode is geschikt voor metingen van deelhoogten (bijv.
een verdiepingshoogte, een raamhoogte, etc.).
Het meetresultaat wordt door het bepalen van de afstanden, A,
B en C berekend.
A
d
a
b
c
1. Druk een aantal keren op de toets FUNC (12), tot het
symbool voor de indirecte meting van een
deelhoogte ( , 24) op het display verschijnt.
ð In het symbool (24) knippert de betreffende te meten
afstand.
2. Richt het apparaat eerst op het bovenste punt (A) van de te
meten deelhoogte en druk één keer kort op de
toets MEAS (7), voor het uitvoeren van een meting. Houd
hierbij het apparaat zo stil mogelijk.
ð De eerste meetwaarde wordt in de
tussenwaardeweergave 1 (19) weergegeven.
3. Richt het apparaat op het laagste punt (B) van de te meten
deelhoogte en druk één keer kort op de toets MEAS (7),
voor het uitvoeren van een meting.
ð De tweede meetwaarde wordt in de
tussenwaardeweergave 2 (21) weergegeven.
4. Het apparaat met de waterpas horizontaal op het onderste
meetpunt uitlijnen (punt C) en één keer kort op de
toets MEAS (7) drukken, voor het meten van de horizontale
afstand.
ð De derde meetwaarde wordt in de
tussenwaardeweergave 3 (22) weergegeven.
ð De te bepalen deelhoogte wordt als resultaat in de
meetwaardeweergave (23) weergegeven.
NL
b
c
C
B
Genivelleerde afstands-/hoogte- en hoekmeting
Met de genivelleerde afstands-/hoogte- en hoekmeting kunt u
bijvoorbeeld de lengte en de hellingshoek van een dakschuinte
vanaf de vloer meten. Ga hierbij als volgt te werk:
1. Druk een aantal keren op de toets FUNC (12), tot het
symbool voor de genivelleerde afstands-/hoogte- en
hoekmeting (
ð In het symbool (24) knippert de betreffende te meten
afstand.
ð De hoek wordt in de tussenwaardeweergave 1 (19)
weergegeven.
2. Richt het apparaat eerst op het bovenste punt (A) van de te
meten deelhoogte en druk één kort op de toets MEAS (7),
voor het uitvoeren van de meting. Het apparaat berekent
zelf de afstanden A, B en C.
ð De lengte van de afstand A wordt in de
tussenwaardeweergave 2 (21) weergegeven.
ð De lengte van de afstand B wordt in de
tussenwaardeweergave 3 (22) weergegeven.
ð De lengte van de afstand C wordt in de
meetwaardeweergave (23) weergegeven.
Uitschakelen
1. De toets Clear/Off (9) 3 seconden ingedrukt houden.
ð Het apparaat wordt uitgeschakeld.
laserafstandsmeetapparaat TD120
, 24) op het display verschijnt.
C=?
b
A
a
11
Advertenties
Inhoudsopgave
