LED OP AFSTAND INSCHAKELEN (LED-INGANG)
Met behulp van de
ledingangsaansluitingen kan het
ledlampje op afstand worden
ingeschakeld. Als u deze functie wilt
gebruiken, moet de leddimschakelaar
(schakelaar 2) UIT staan, waardoor het
ledlampje werkt op basis van het
spanningsniveau aangesloten op de
ledingang (zie Bedradingsschema).
Schakelaar 2
LED-ingang
UIT
Hoog (+12 V)
UIT
Laag (0 V)
AAN
Laag (0 V) of Hoog (+12 V)
WERKING VAN HET RELAIS
Normaal
Binnendringing Probleem
Alarmrelais
Gesloten
Geopend
Probleemrelais
Gesloten
Gesloten
3
Voor informatie over probleemtoestanden, zie het gedeelte PROBLEMEN
1
OPLOSSEN.
2
In een maskeringstoestand worden het alarm- en probleemrelais
tegelijkertijd geactiveerd en blijven ze geopend totdat de toestand is
opgeheven.
3
In een probleemtoestand blijft het probleemrelais geopend totdat de
probleemsituatie is verholpen.
MASKERINGSTOESTAND
Normale maskeringstoestand
De sensor gebruikt Actieve Infrarood (AIR)-technologie om
maskering te detecteren. De sensor signaleert een
maskeringstoestand wanneer uiteenlopende materialen
en reflecterende voorwerpen binnen 50 mm (2 inch) vóór
de sensor worden geplaatst. Om valse maskeringsalarmen
te voorkomen, volgt u de montagerichtlijnen weergegeven
in Stap 1.
Een maskeringstoestand opheffen
Wanneer de meeste maskerende materialen of voorwerpen
zijn verwijderd, wordt de maskeringstoestand na enkele
seconden opgeheven. Wanneer de maskeringstoestand
wordt veroorzaakt door een spuitcoating of verflaag die op
het sensorvenster is terechtgekomen, moet de sensor
worden vervangen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
NORMAAL
Alarmrelais
Gesloten
Probleemrelais
Gesloten
Rode led
Uit
Gele led
Uit
*PROBLEEMTOESTANDEN:
1.
Maskeringstoestand: Infraroodvenster van sensor is
geblokkeerd of gemaskeerd.
2.
Lage spanning: De sensor wordt uitgeschakeld.
Opmerking: Als de spanning tot beneden 5 V daalt,
worden zowel het alarm- als het probleemrelais
geopend.
3.
Toestanden bij mislukte zelftest:
• Fout tijdens microgolfbewaking.
• Fout tijdens PIR-zelftest.
• Fout in temperatuurcompensatie.
Afhankelijk van de probleemtoestand voert u de volgende
corrigerende maatregelen uit:
Werking LED
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
SENSORSTATUS
Maskering
1
Gesloten
Geopend
Geopend
Geopend
PROBLEEM*
Lage
Mislukte
Maskering
1
spanning
zelftest
2
Geopend
Gesloten
Gesloten
Geopend
Geopend
Geopend
Uit
Uit
Knipperend
Knipperend
Uit
•
Controleer of de sensor niet wordt geblokkeerd of
gemaskeerd.
•
Controleer of de voeding toereikend is (ten minste 9 V
bij de sensor).
•
Schakel de sensor uit en weer in.
Voer een
•
Als de probleemtoestand niet verdwijnt, vervangt u de
sensor.
SPECIFICATIES
Bereik: Max. Ø 21m (360°)
Montagehoogte: 2,4 m – 8 m
IP-klasse: IP30
Voeding: 9,0 - 15 VDC; 10 mA typisch, 20 mA max.,
12 VDC;
AC-rimpel: 3 V piek-naar-piek bij nominaal 12 VDC
2
Alarmrelais: Geactiveerde vorm A; 30 mA, 25 VDC, 22 Ohm
weerstand max.
Duur van alarmrelais: 3 seconden
Probleemrelais: Geactiveerde vorm B; (NC) 30 mA, 25
VDC;
22 Ohm weerstand max.
Antisabotage: Afdekking & wand; (NC met afdekking
geïnstalleerd) Vorm A; 30 mA, 25 VDC; Magnetisch veld
Microgolffrequenties:
DT8320AF4: 10,525 GHz;
DT8320AF5: 10,587 GHz
RF-immuniteit: 10 V/m, 80 MHz-2,7 GHz
Immuniteit voor wit PIR-licht: 6500 Lux typisch
Bedrijfstemperatuur: -10 ℃ - 55 ℃
Fluorescentielichtfilter: 50 Hz / 60 Hz
Relatieve vochtigheid: 5 tot 95%, niet-condenserend
Temperatuurcompensatie: Advanced Dual Slope
(horizontaal en verticaal kantelbaar)
Afmetingen: 14,8 cm x 16,2 cm x 4,7 cm
Bruto gewicht: 0,56 kg; Netto gewicht: 0,44 kg
Opmerkingen
•
Installeer de apparaten en het systeem in het
geïsoleerde speciale netwerksysteem met fysieke
3
beveiliging.
•
Zorg ervoor dat alleen een geautoriseerde technicus
toegang heeft tot het apparaat en de bediening van
het apparaat.
Uit
•
Laat regelmatig systeemonderhoud uitvoeren en
controleren of de apparaatfuncties normaal werken.
•
Ga naar
us/vulnerability-reporting
kwetsbaarheden te melden.
- 7 -
looptest voor de sensor uit.
https://www.honeywell.com/contact-
om eventuele