Veiligheidsmaatregelen
LEZEN VOOR GEBRUIK
•
Bewaar deze handleiding op een plaats waar de gebruiker deze gemakkelijk kan terugvinden.
•
Lees de veiligheidsinstructies in deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat gebruikt.
•
De hierin beschreven veiligheidsinstructies zijn ingedeeld in WAARSCHUWINGEN en VOORZORGSMAATREGELEN. Deze bevatten beide belangrijke informatie betreffende veiligheid. Neem alle veiligheidsinstructies nauwkeurig in acht.
WAARSCHUWING
VOORZORGSMAATREGELEN
Dit mag u nooit doen.
Zorg dat er geen water op de airconditioner en de afstandsbedi-
ening terechtkomt.
•
Bewaar na het lezen deze gebruiksaanwijzing op een handige plaats, zodat u deze telkens wanneer dit nodig is kunt raadplegen. Als het apparaat overgedragen wordt aan een nieuwe gebruiker, ook de gebruiksaanwijzing meegeven.
•
Om brand, explosies of letsel te voorkomen mag het apparaat niet worden gebruikt
in omgevingen waarin ontvlambare en/of corrosieve gassen aanwezig zijn.
•
Langdurige, rechtstreekse blootstelling aan koude of warme
lucht van de airconditioner, of aan lucht die te koud of te warm
is, kan schadelijke zijn voor uw lichamelijke toestand en gezondheid.
•
Steek geen voorwerpen, zoals staafjes of uw vingers, enz., in de luchtinlaat of luch-
tuitlaat. Als gevolg van aanraking met de hoge-snelheid ventilatorbladen van de air-
conditioner kan het product beschadigd of defect raken of kan letsel ontstaan.
•
Probeer de airconditioner niet zelf te repareren, demonteren,
opnieuw te installeren of er wijzigingen in aan te brengen, want dit
kan resulteren in waterlekkage, elektrische schokken of brandgevaar.
•
Gebruik geen ontvlambare spray in de buurt van de airconditioner
omdat dit brandgevaar kan veroorzaken.
•
Pas bij lekkage van koelmiddel op voor brandgevaar. Als de aircon-
ditioner niet correct functioneert, d.w.z. geen koele of warme lucht
produceert, kan lekkage van koelmiddel de oorzaak zijn. Neem
contact op met uw leverancier voor assistentie. Het gebruikte
koelmiddel in de airconditioner is veilig en lekt gewoonlijk niet weg.
•
Gebruik de airconditioner niet voor andere doeleinden dan
waarvoor deze bestemd is. Gebruik de airconditioner niet voor
het koel houden van precisie-instrumenten, voedsel, dieren,
planten of kunstvoorwerpen, aangezien dit de prestaties, kwaliteit en/
of levensduur van het betreffende voorwerp nadelig kan beïnvloeden.
•
Stel planten en huisdieren niet rechtstreeks bloot aan de lucht-
stroom van het apparaat, want dit kan een nadelige invloed hebben.
•
Plaats geen apparatuur die open vuur produceert op plaatsen die
blootstaan aan de luchtstroom van het apparaat aangezien dit de
verbranding van de brander nadelig kan beïnvloeden.
•
Zorg ervoor dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet afgedekt worden.
Wanneer de luchtstroom wordt geblokkeerd gaat het apparaat
slechter werken en kunnen storingen ontstaan.
•
Ga niet op de buitenunit zitten en plaats er ook geen voorwerpen op.
U of de voorwerpen zouden kunnen vallen met letsel tot gevolg.
•
Plaats geen voorwerpen die gevoelig zijn voor vocht direct onder de
binnen- of buitenunits. Onder bepaalde omstandigheden kan con-
densvorming op de hoofdunit of de koelmiddelleidingen, vuil in het
luchtfilter of een verstopte afvoer waterlekkage veroorzaken, waar-
door het betreffende voorwerp vervuild of defect kan raken.
•
Controleer na langdurig gebruik de standaard van het apparaat en
de bevestiging ervan op beschadiging. Als het apparaat in beschad-
igde toestand wordt gelaten, kan het vallen en letsel veroorzaken.
•
Om letsel te voorkomen, mag u niet de luchtinlaat of de aluminium
vinnen van het apparaat aanraken.
•
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik zonder toezicht door jonge kinderen of ouderen.
Dit kan stoornis van de lichaamsfuncties en schade aan de gezondheid veroorzaken.
•
Zorg ervoor om zuurstofgebrek te voorkomen dat de ruimte
voldoende geventileerd wordt als apparatuur zoals een
brander samen met de airconditioner gebruikt wordt.
Installatieplaats.
■ Neem contact op met de leverancier wanneer u de airconditioner in
een van de volgende soorten omgeving wilt installeren.
•
Plaatsen waar olie of vet, stoom of roet aanwezig is.
•
Zoute omgevingen, zoals aan de kust.
•
Plaatsen met zwavelgassen, zoals uit hete bronnen.
•
Plaatsen waar de buitenunit mogelijk door sneeuw geblokkeerd kan raken.
•
De afvoerslang van de buitenunit moet uitmonden in een plaats
met goede afvoer.
Houd rekening met geluidsoverlast voor uw buren.
■ Kies een plaats zoals hieronder beschreven voor de installatie.
■Nederlands
Het niet correct opvolgen van deze instructies kan ernstig lichamelijk letsel of een dodelijk ongeval vero-
orzaken.
Het niet correct opvolgen van deze instructies kan schade aan eigendommen of lichamelijk letsel tot gev-
olg hebben, dat ernstig kan zijn al naar gelang de omstandigheden.
Volg de onderstaande aanwijzingen
nauwgezet op.
WAARSCHUWING
VOORZORGSMAATREGELEN
Zorg dat er een aardverbinding wordt
gemaakt.
Raak de airconditioner en de afstandsbediening nooit met natte
handen aan.
Echter in het geval van een lekkage, contact met een open vlam, verwarm-
ingstoestel of kookapparaat, kunnen schadelijke gassen geproduceerd
worden. Stop met het gebruik van de airconditioner totdat een deskundige
onderhoudsmonteur heeft bevestigd dat de lekkage is gerepareerd.
•
Probeer de airconditioner niet zelf te installeren of repareren. Ondeskun-
dig uitgevoerd werk kan waterlekkage, elektrische schokken of brand tot
gevolg hebben. Neem contact op met uw plaatselijke leverancier of
vakkundig personeel voor installatie- en onderhoudswerkzaamheden.
•
Wanneer de airconditioner niet correct functioneert (een brandlucht afgeeft,
enz.), het apparaat uitschakelen en contact opnemen met uw plaatselijke
leverancier. Wanneer u de airconditioner onder deze omstandigheden blijft
gebruiken, kan dit defecten, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
•
Plaats een aardlekschakelaar. Het niet plaatsen van een aardle-
kschakelaar kan elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
•
Voorzie het apparaat van een aardaansluiting. Aard het
apparaat niet aan een gas- of waterpijp, bliksemafleider of
telefoon-aardkabel. Onvoldoende aarding kan elektrische
schokken veroorzaken.
•
Alvorens te reinigen, het apparaat stopzetten, de hoofdschakelaar
uitzetten of het netsnoer losmaken. Anders kan dit een elektrische
schok en letsel veroorzaken.
•
Sluit de airconditioner alleen op de voorgeschreven stroomvoorzien-
ing aan. Als een andere stroomvoorziening wordt gebruikt, kan dit
resulteren in een elektrische schok, oververhitting of brand.
•
Leid de afvoerslang zo dat de afvoer ongehinderd kan plaatsvinden. Een
verkeerde afvoer kan leiden tot nat worden van het gebouw, meubelen enz.
•
Zet geen voorwerpen vlakbij de buitenunit en laat geen bladeren en
ander afval zich rond de unit ophopen. Bladeren trekken kleine
dieren aan die in de unit kunnen binnendringen. In de unit kunnen
dergelijke dieren storingen, rook of brand veroorzaken wanneer ze
in contact komen met elektrische onderdelen.
•
Plaats geen voorwerpen rondom de binnenunit.
Wanneer u dit wel doet, kan dit een nadelige invloed hebben op de
prestaties, de productkwaliteit en de levensduur van de airconditioner.
•
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen met vermin-
derde lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens, of door
personen die geen kennis hebben betreffende de bediening ervan,
tenzij er toezicht wordt gehouden of aanwijzingen worden gegeven
door de persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is.
Buiten bereik van kinderen houden zodat zij niet met het apparaat
kunnen gaan spelen.
•
Bedien het apparaat niet met natte handen om elektrische
schokken te voorkomen.
•
Spoel de airconditioner niet af met water, aangezien dit elek-
trische schokken of brand kan veroorzaken.
•
Plaats geen waterreservoirs (vazen etc.) bovenop het apparaat,
aangezien dit elektrische schokken of brandgevaar kan veroorzaken.
•
Een plaats die stevig genoeg is om het gewicht van het apparaat te
dragen, maar die niet het werkingsgeluid en de vibraties versterkt.
•
Een plaats waar de afgevoerde lucht van de buitenunit of het
werkingsgeluid uw buren niet tot last kan zijn.
Aanleggen van de elektrische bedrading.
•
U dient voor de stroomvoorziening gebruik te maken van een
apart voedingscircuit speciaal voor de airconditioner.
Verplaatsen van het systeem.
•
Wanneer de airconditioner moet worden verplaatst, moet dit door een vakbek-
waam installateur worden uitgevoerd. Neem contact op met de leverancier als
het nodig blijkt te zijn om het systeem te verplaatsen of te veranderen.
2