AUTO-functie
Nadat u de AUTO-toets ingedrukt heeft, zal de airconditioner automatisch
werken, afhankelijk van de omstandigheden in de ruimte.
1. Druk op "
".
•
De kleur van het meerkleurig indicatielampje verandert, afhankelijk van de ingeschakelde functie.
•
Wanneer u de AUTO-toets indrukt, verandert de kleur, afhankelijk van de geselecteerde functie.
■ De luchtstroomrichting en luchtstroomsnelheid wijzigen
■ Het apparaat uitschakelen
2. Druk op "
".
Het meerkleurig indicatielampje van het apparaat dooft.
■ De temperatuurinstelling wijzigen
18˚C – 30˚C
OPMERKING
■ Opmerking bij de AUTO-functie
•
In de functie AUTO selecteert het systeem de juiste werkingsmodus (KOELEN of VER-
WARMEN) op basis van de temperatuur in de ruimte bij inschakelen van de functie.
•
Het systeem verandert automatisch regelmatig de instelling om de temperatuur in
de ruimte op het door de gebruiker gewenste niveau te houden.
•
Als u het apparaat niet AUTO-functie wilt laten bedienen kunt u zelf de werkingsmo-
dus en instellingen kiezen.
BEVOCHTIGEN-functie
Hiermee wordt de lucht, en daarmee de huid van de aanwezigen in de ruimte, bevochtigd.
1. Druk tijdens bedrijf op "
•
De instellingen voor de luchtstroomsnelheid en de luchtstroomrichting worden omge-
schakeld naar respectievelijk auto en COMFORTABELE LUCHTSTROOM.
•
Tijdens BEVOCHTIGEN-functie kunt u de functie KOELE BRIES niet inschakelen.
■ De temperatuurinstelling wijzigen
•
Het systeem kan op dezelfde manier werken als bij KOELEN en VERWARMEN. (pagina 7, 8.)
•
Het is niet mogelijk om de instelling voor de luchtvochtigheid en de luchtstroomsnelheid te wijzigen.
■ De luchtstroomrichting wijzigen
•
De aanbevolen luchtstroomrichting is COMFORTABELE LUCHTSTROOM, maar u
kunt ook een andere functie kiezen.
■ BEVOCHTIGEN-functie stoppen
2. Druk nogmaals op "
•
Het systeem schakelt om naar de eerder ingeschakelde functie. Het meerkleurig
indicatielampje op het apparaat brandt in de bij de nieuwe functie horende kleur.
•
Het BEVOCHTIGERINDICATIELAMPJE op het apparaat dooft.
OPMERKING
■ Opmerking bij BEVOCHTIGEN-functie
•
De relatieve luchtvochtigheid is hoger dan bij normale bediening.
•
Kan gebruikt worden voor KOELEN, KOELEN MET LUCHTONTVOCHTIGEN,
VERWARMEN en VERWARMEN MET LUCHTBEVOCHTIGEN.
•
Het apparaat zal iets meer geluid produceren.
9
• VERWARMEN: Rood
• KOELEN:
Groen
".
Geel
Groen
Oranje
Groen
(pagina 10.)
".
(pagina 10.)
<
BEVOCHTIGEN
<
>
AUTO
2
1
>
1, 2
■Nederlands