Inhoudsopgave
Advertenties
OPSLAG
Veiligheid tijdens opslag
Zet de maaier altijd af, wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen en laat de
maaier afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of
er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
Voorbereidingen voor stalling
•
Verwijder maaisel en vuil van de onderkant van
de maaimachine.
•
Als u de tank voor de laatste keer van het jaar vult,
moet u een stabilizer toevoegen aan de brandstof
volgens de instructies op het etiket.
•
U moet ongebruikte brandstof op de juiste wijze
afvoeren. Verwerk deze overeenkomstig de
voorschriften van de plaatselijke overheid.
BELANGRIJK: Oude brandstof in de tank is de
belangrijkste oorzaak voor startproblemen.
Bewaar brandstof zonder stabilizer niet langer
dan 30 dagen; bewaar brandstof met stabilizer
niet langer dan de periode die de fabrikant van de
brandstofstabilizer aanbeveelt.
Fig. 3 4
•
Laat de maaier draaien totdat de motor afslaat.
•
Start de motor opnieuw en laat hem lopen totdat
hij afslaat. Als de motor niet meer wil starten, is de
brandstof voldoende verbruikt.
•
Verwijder de bougiekabel van de bougie.
•
Verwijder de bougie, giet 30 ml motorolie in
de bougieopening en trek verschillende keren
langzaam aan het startkoord van de motor om de
olie over de cilinderwand te verspreiden teneinde
corrosie in de stallingsperiode te voorkomen.
•
Monteer de bougie zonder deze vast te draaien.
•
Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan.
•
Smeer de maaier en behandel metalen delen met
een waterafstotend en roestwerend middel.
•
Dek de machine af met beschermfolie en zet deze
weg in een droge, geventileerde ruimte.
Opslag
Wanneer u de maaier stalt, zorg er dan voor dat de
kabels niet vasthaken bij de draaipunten. Maak de
motorstopbeugel los zodat deze niet beschadigd raakt
door contact met de motor.
23
Om de handgreep in de opslagstand te zetten, moet u
de twee handschroeven een stukje losser zetten zodat
u de duwboom naar voren tegen de maaimachine
kunt draaien.
(Zie fi g. 34)
De maaimachine uit de stalling halen
•
Controleer alle bevestigingen en zet ze vast.
•
Verwijder de bougie en laat de motor snel draaien
door aan de starthandgreep te trekken zodat de
overtollige olie uit de cilinder wordt verwijderd.
•
Plaats de bougie en draai hem met behulp van een
momentsleutel vast met een torsie van 20 N·m.
•
Voer eventuele onderhoudsprocedures uit;
zie Onderhoud.
•
Controleer het motoroliepeil; zie Motoroliepeil
controleren.
•
Vul de brandstoftank met verse brandstof;
zie De brandstoftank vullen.
•
Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
Advertenties
Inhoudsopgave
