Inhoudsopgave
Advertenties
Menu configuratie
Verw circ pomp VG1 Q2
De aangesloten pomp dient als circula-
tiepomp voor het verwarmingscircuit 1.
Tapwater aandrijving Q3
Afhankelijk van de hydrauliek dient de
uitgang Q3 voor het aansturen van een
aangesloten TWW-laadpomp of een
omkeerventiel.
Bron pomp Q8/vent. K19
Bronpomp voor zout bronwater-water of
water-water-warmtepompen. Ventilator
voor lucht/water-warmtepompen.
Condensor pomp Q9
Het relais wordt voor het aansturen van
de condensatorpomp gebruikt.
Compressor 1 K1
Het relais wordt voor het aansturen van
de eerste compressortrap gebruikt.
Sup bron regeling K32
Het besturingsrelais K32 wordt samen
met het vrijgaverelais K27 voor de re-
geling van de extra generator gebruikt
(zie bedienregels 3690...3755). Via het
regelrelais vindt de 2-punts-regeling
van de extra generator plaats op de
ingestelde waarde op de gekozen re-
gelsensor.
Verw circ pomp VG2 Q6
De aangesloten pomp dient als circula-
tiepomp voor het verwarmingscircuit 2.
Tapw plaatwis. ctrl ele Q34
De aangesloten pomp dient als circula-
tiepomp voor de geiser.
Gezam. aanvoer klep Y13
Schakelt de CV aan de gecombineerde
opslagtank tussen de bovenste en mid-
delste.
Omloopvent VG / KG2 Y45
Besturing van het "omkeerventiel koe-
len". Daar is een 4-geleidersysteem
voor nodig.
Het "omkeerventiel koelen" wordt bij
gezamenlijk gebruikt verwarmings- en
koelcircuit voor het omschakelen tus-
sen warmte en koude geleiders ge-
bruikt, als de warmtepomp niet alleen
voor verwarmingsdoeleinden, maar
gelijktijdig ook voor de koeling gebruikt
wordt.
52
Koelcircuitpomp CC1 Q24
Koelcircuitpomp CC2 Q28
Koelcircuitpomp CC3 Q29
De aangesloten pomp dient als
tiepomp voor de koelcircuits
Vaste brndstf br. pomp Q10
Verbinding maken met een vaste brand-
stof ketel is een circulatiepomp voor de
Boiler nodig
Rookgasrelais K17
geen functie
Aansteekhulp ventilator K30
geen functie
Carter verwarming K40
Het relais wordt voor het aansturen van
de oliecarterverwarming van de com-
pressor gebruikt.
Druppel vanger verw. K41
Het relais wordt voor het aansturen van
de afdruipcarterverwarming van de ver-
damper gebruikt.
Ventiel verdamper K81
geen functie
Vent. EVI K82
geen functie
Vent. injectie capilair K83
geen functie
dT-Regler 1 K21
dT-Regler 2 K22
De relais K21 en K22 worden voor de
Delta-T-regelaar gebruikt
Bron T'medium pomp Q81
Bron T'medium omkeerv Y81
geen functie
Tapw warmtepomp K33
Voor de besturing van een externe drink-
water-warmtepomp.
Systeempomp 2 Q44
De aangesloten pomp dient als toevoer-
pomp, die als koeleenheid bij 4-
leidingsysteem voor andere verbruikers
kan worden gebruikt. De toevoerpomp
wordt in werking gesteld, zodra er een
koelvraag van een verbruiker komt. Als
er geen koelvraag komt, schakelt de
pomp met naloop uit.
Omloopvent Koel cond Y27
As de warmtepomp voor actief koelen
(procesomkeer) geconfigureerd is, is in
een 4-leidingsysteem een "omleidklep
circula-
koel cond' Y27" noodzakelijk om de
1+2+3
geproduceerde kou op rail 2 te leiden.
De klep wordt ingeschakeld zodra de
warmtepomp tot de koelmodus
overgaat, en weer uitgeschakeld als er
een warmtevraag aanwezig is.
Omloopvent Koel aanv Y29
Gemeenschappelijke omschakelklep
van alle koelcircuits tussen verwarmen
en koelen.
Condensor omkeervent. Y91
Keert in de koelmodus de doorstroom-
richting door de condensator van de
warmtepomp om.
Opslagtank omkeervent Y47
Schakelt in de koelmodus de aansluitin-
gen van de buffer (boven/onder) om
Operating melding verwarming K42
Operating melding koeling K43
Operating melding Tapw K44
Dient voor de weergave van de actuele
bedrijfstoestand, bv. op een extern
energieregistratiesysteem.
Verw/koeling circ pomp 1 Q2
Verw/koeling circ pomp 2 Q6
Verw/koeling circ pomp 3 Q20
De aangesloten pomp dient als
tiepomp voor de VG/KC
circula-
1+2+3
Advertenties
Inhoudsopgave
