Inhoudsopgave
Advertenties
Menu configuratie
Relaisuitgangen QX..
Compressortrap 2 K2
Het relais kan voor de aansturing
van een tweede compressor worden
gebruikt.
Procesomkeerventiel Y22
Besturing van de proceskeerklep Y22.
De proceskeerklep is voor de
omschakeling van verwarmings- naar
koelfunctie en voor de ontdooifunctie
van de warmtepomp nodig.
Heetgas temp K31
Het relais wordt geactiveerd, wanneer
de verwarmingsgassensor B81 of B82
boven de 130°C komt.
EL verbr aanv VG 1 K25
Het relais wordt voor het aansturen
van een elektroverwarmingsunit in de
voorloop (K25),of bij een twee-traps
elektro-unit voor het aansturen van de
eerste trap gebruikt.
EL verbr aanv VG 2 K26
Het relais wordt voor het aansturen
van de tweede trap van een elektro-
verwarmings-unit in de voorloop (K26)
gebruikt.
Omloopvent Koel bron Y28
Sturing van de optionele keerklep
koelen Y28 voor het omschakelen naar
passieve koeling. Daardoor wordt bij
gelijktijdige verwarmingsfunctie de
verwarmingskring hydraulisch van de
koelkring gescheiden.
Circ pomp Q14
De aangesloten pomp dient als
toevoerpomp die als warmtetoevoer
voor andere verbruikers kan worden
toegepast. De toevoerpomp wordt
geactiveerd, zodra een warmtevraag
van een verbruiker bestaat. Is er geen
warmtevraag dan schakelt de pomp
met naloop uit.
Cascade pomp Q25
Gemeenschappelijke pomp voor alle
warmtetoestellen van een cascade.
Wrmt Opwek. blok vent Y4
Is voldoende warmte in de bufferboiler
aanwezig, dan kunnen de verbruikers
hun warmtebehoefte hiervan
betrekken - de warmtetoestellen
mogen niet worden ingeschakeld.
50
Regelnr.
Bedieningsregel
5890
Relaisuitgang QX1, 2 ,3, 4, 5, 6,8,9,10,11
5891
Geen
Compressor 2 K2
5892
Procesomkeerventiel Y22
Heetgas temp K31
5894
EL verbr aanv VG 1 K25
5895
EL verbr aanv VG 2 K26
Omloopvent Koel bron Y28
5896
Circ pomp Q14
Cascade pomp Q25
5898
Wrmt Opwek. blok vent Y4
5899
EL verbruik Tapw K6
Circ pomp Q4
5900
Buffer laadpomp Q11
Tapw T'medium pomp Q33
5901
Tapw mengpomp Q35
Collectorpomp Q5
Collectorpomp2 Q16
Zonpomp ext wiss K9
Zon servomotor buffer K8
Zon servomotor zwemb K18
EL verw buffer K16
Gebr. circ.pomp VK1 Q15,
Gebr. circ.pomp VK2 Q18,
Zwembad pomp Q19,
Verw circ pomp VG3 Q20,
2e pomptrap VG 1 Q21,
2e pomptrap VG 2 Q22,
2e pomptrap VG 3 Q23,
Omschakelklep koelen Y21,
Luchtontvochtiger K29,
Warmtevraag K27,
Koudevraag K28,
Alarmuitgang K10,
Klokprogramma 5 K13,
Verw circ pomp VG1 Q2,
Tapwater aandrijving Q3,
Bron pomp Q8/vent. K19,
Condensor pomp Q9,
Compressor 1 K1,
Sup bron regeling K32,
Verw circ pomp VG2 Q6,
Tapw plaatwis. ctrl ele Q34,
Gezam. aanvoer klep Y13,
Omloopvent VG / KG2 Y45,
Koelcircuitpomp CC1 Q24,
Koelcircuitpomp CC2 Q28,
Koelcircuitpomp CC3 Q29,
Vaste brndstf br. pomp Q10,
Rookgasrelais K17,
Aansteekhulp ventilator K30,
Carter verwarming K40,
Druppel vanger verw. K41,
Ventiel verdamper K81,
Vent. EVI K82,
Vent. injectie capilair K83,
dT-Regler 1 K21,
dT-Regler 2 K22,
Bron T'medium pomp Q81,
Bron T'medium omkeerv Y81,
Tapw warmtepomp K33,
Systeempomp 2 Q44,
Omloopvent Koel cond Y27,
Omloopvent Koel aanv Y29,
Condensor omkeervent. Y91,
Opslagtank omkeervent Y47,
Operating melding verwarming K42,
Operating melding koeling K43,
Operating melding Tapw K44
Verw/koeling circ pomp 1 Q2
Verw/koeling circ pomp 2 Q6,
Verw/koeling circ pomp 3 Q20
De automatische toestelblokkering
blokkeert de warmtetoestellen en
koppelt ze met een Y4 hydraulisch van
de rest van de installatie af. Daarmee
betrekken de warmteverbruikers hun
energie van de bufferboiler en een
verkeerde circulatie door de
warmtetoestellen is uitgesloten.
EL verbruik Tapw K6
Met de aangesloten elektro-ver-
warmingsunit, kan het drinkwater
volgens menu „Drinkwaterboiler"
worden geladen. De elektro-
verwarmings-unit moet met een
veiligheidsthermostaat zijn uitgerust!
De elektro-unit modus bedieningsregel
5060 moet dienovereenkomstig zijn
ingesteld.
Fabrieksinstelling
afhankelijk van
WP-type
Circ pomp Q4
De aangesloten pomp dient als
drinkwater-circulatiepomp. De tijdelijke
functie van de pomp kan in het menu
"Drinkwater" in de bedieningsregel
"Circulatiepomp vrijgave " worden
ingesteld. (regelnr. 1660).
Buffer laadpomp Q11
De drinkwaterboiler kan, indien de
bufferboiler voldoende warm is, door d
e bufferboiler worden geladen. Dit
overladen kan d.m.v. de overlaadpomp
Q11 plaatsvinden.
Tapw T'medium pomp Q33
Laadpomp bij drinkwaterboiler met
erbuiten liggende warmtewisselaar.
Advertenties
Inhoudsopgave
