Dimactor uit de
2.3 Belangrijke opmerkingen
1. Bij het vervangen van lampen moet de voedingsspanning (in de zekeringkast) altijd
worden uitgeschakeld.
2. Tijdens het koppelen of scheiden van modules mag er geen EIB-spanning aanwezig
zijn.
3. De serie- of parallelschakeling van dimmern is niet toegestaan:
ALLEEN de boostermodule wordt parallel aangesloten
4. De dmmer mag niet worden overbrugd.
5. Vóór de dimmer mag geen regeltransformator worden geïnstalleerd.
6. Rondstuurimpulsen van de elektriciteitsbedrijven of -centrales zijn aan een kortstondig
flikkeren van de verlichting herkenbaar.
2.4 Benodigd vermogen (W/VA) en voorbeelden voor mogelijke
modulecombinaties
Tabel 2
Benodigd
Mogelijke combinatie
vermogen*
2 x 300 W
DMG 2 S
1 x 350 W en
DMG 2 S
1 x 150 W
1 x 450 W en
DMG 2 S
1 x 50 W
1 x 500 W
DMG 2 S
2 x 500 W
DMG 2 S + DME 2 S
2 x 600 W
DMG 2 S + DMB 2
DMB 2 uitgebreid)
4 x 300 W
DMG 2 S + DME 2 S
6 x 300 W
DMG 2 S + DME 2 S + DME 2 S
6 x 600 W
DMG 2 S + DME 2 S + DME 2 S + 3 DMB 2
DME 2 S worden met telkens één kanaal van DMB 2 uitgebreid)
1 x 1000
DMG 2 S + DMB 2
uitgebreid)
3 x 1000 W
DMG 2 S + DME 2 S + DME 2 S + 3 DMB 2
gebruikt)
*Bij energiespaarlampen: let op de minimum- en maximumbelasting. Zie bijlage:
Energiespaarlampen (ESL) dimmen
Stand: Jan-11 (wijzigingen voorbehouden)
-serie DMG 2 S
(één kanaal van de module gebruikt, het andere kanaal blijft niet-geschakeld)
(telkens 1 kanaal per module)
(beide kanalen van DMG 2 S worden met telkens één kanaal van
(één kanaal van DMB 2 worden met één kanaal van DMB 2
theben
(beide kanalen van DMG 2 S en
(telkens één kanaal per apparaat
Pagina 8 van 55