Dimactor uit de
5.5 Toepassing voorrangsfunctie
Voorbeeld: verlichting overdag met lichtsterkteregeling en 's nachts met minimumverlichting.
Een lichtsterkteregelaar meet continu de lichtsterkte in de ruimte en regelt de dimmer zodanig
dat de lichsterkte constant blijft. Voor de voorrangsregeling wordt een dimwaarde van 20%
geparametreerd.
's avonds aan het einde van de werkzaamheden, activeert de schakelklok de
voorrangsregeling, waardoor de lichtsterkte tot 20% omlaag wordt gedimd. 's nachts wordt het
licht door het bewakingspersoneel gedurende een bepaalde tijd via Centraal continu AAN
ingeschakeld. 's morgens bij het begin van de werkzaamheden heft de schakelklok de
voorrangsregeling weer op en de dimmer wordt via lichtsterkteregeling aangestuurd.
P
n
100 %
Min.
0 %
A
Tabel 33
Voorrangsregeling wordt door de schakelklok opgeheven.
A
Het daglicht is nog te zwak, de lichtsterkteregelaar stuurt de dimmer aan
Het daglicht is inmiddels voldoende voor de ruimteverlichting en de dimmer is
B
uitgeschakeld
C Sterke bewolking, de dimmer compenseert het te zwakke daglicht
D Vol direct zonlicht, de dimmer wordt verlaagd
E Aan het eind van de middag vervangt de dimmer langzamerhand het afnemende daglicht
Voorrangsregeling wordt door de schakelklok geactiveerd.
F
De dimmer verlaagt het licht tot 20%
G Centraal continu AAN = 1
L Centraal continu AAN = 0
n 's nachts geldt de geparametreerde waarde voor de voorrangsregeling
Nachtronde van het bewakingspersoneel: het licht wordt met Centraal continu AAN
c
ingeschakeld
's morgens: het daglicht neemt toe en de lichtregelaar verlaagt langzamerhand de
m
dimwaarde
's avonds: het daglicht neemt af en de lichtregelaar verhoogt langzamerhand de
e
dimwaarde
Overdag wordt de dimmer afhankelijk van de sterkte van het directe zonlicht door de
d
lichtregeling aangestuurd
Stand: Jan-11 (wijzigingen voorbehouden)
-serie DMG 2 S
m
B
d
e
C
D
E
theben
n
c
n
t(h)
F
G
H
Pagina 53 van 55