Apparaat starten
Instructie: Het apparaat is uitgerust met
van een zitcontactschakelaar. Bij het verla-
ten van de chauffeursstoel wordt het appa-
raat uitgeschakeld.
1 Keuzeschakelaar rijrichting
2 Parkeerrem
3 Regeling motortoerental
Op de chauffeursstoel plaatsnemen.
Keuzeschakelaar rijrichting in de mid-
denstand brengen.
Parkeerrem vastzetten.
Regeling motortoerental 1/3 naar voren
schuiven.
Voorgloeien
Contactsleutel in het contactslot steken.
Contactsleutel in positie „Verwarmings-
spiraal" draaien.
Voorgloeilamp licht op.
Motor starten
Wanneer de voorgloeilamp uitgaat, de
contactsleutel op positie „II" draaien.
Is het apparaat gestart, dan contact-
sleutel loslaten.
Instructie: De startmotor nooit langer dan
10 seconden gebruiken. Voor het opnieuw
gebruiken van de startmotor minstens 10
seconden wachten.
Apparaat verrijden
Programmaschakelaar op Transport
zetten.
.
Gashefboom volledig naar voren (hoog
toerental) zetten.
Rempedaal induwen en ingedrukt hou-
den.
Parkeerrem losmaken.
Vooruit rijden
Keuzeschakelaar rijrichting „Vooruit"
stellen.
Langzaam op het gaspedaal drukken.
Achteruit rijden
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij het achteruit-
rijden mogen derden niet in gevaar ge-
bracht worden, eventueel aanwijzingen
laten geven.
Voorzichtig
Beschadigingsgevaar! Keuzeschakelaar
rijrichting enkel bedienen bij een stilstaand
apparaat.
Keuzeschakelaar rijrichting op „Achter-
uit" stellen.
Langzaam op het gaspedaal drukken.
Rijgedrag
Met het gaspedaal kan de rijsnelheid
–
traploos geregeld worden.
Vermijd schokkerig gebruik van het pe-
–
daal, omdat de hydraulische installatie
anders beschadigd kan raken.
Bij capaciteitsafname op hellingen het
–
rijpedaal zachtjes terugnemen.
Remmen
Rijpedaal loslaten, het apparaat remt
zelf en blijft staan.
Instructie: De remwerking kan door in-
drukken van het rempedaal ondersteund
worden.
Over hindernissen heen rijden
Over vaststaande hindernissen tot 70 mm
heen rijden:
Langzaam en voorzichtig in voorwaart-
se richting overheen rijden.
Over vaststaande hindernissen boven 70
mm heen rijden:
Er mag alleen over hindernissen heen
gereden worden met een geschikte op-
rijdrempel.
Veegbedrijf
Voorzichtig
Geen pakbanden, draden of soortgelijk ma-
teriaal opvegen; dit kan leiden tot een be-
schadiging van het veegmechanisme.
Instructie: Om een optimaal reinigingsre-
sultaat te krijgen, moet de rijsnelheid aan
de omstandigheden aangepast worden.
Instructie: Tijdens het gebruik moet de
stoffilter op gezette tijden gereinigd wor-
den.
Aanbouwset 3e zijbezem (optie)
Die aanbouwset is in de fabriek gemon-
teerd en kan niet achteraf aangebouwd
worden.
De 3e zijbezem kan naar buiten gezwenkt,
opgetild of neergelaten worden en verge-
makkelijkt op die manier het vegen van ran-
den en goten.
1 Veerstekker
2 Borgpen
3 Afsluitklep voor watersproeisysteem
4 Zijbezemarm
5 3. Zijbezems
6 Sproeiers
Zijbewemarm ontgrendelen: Veerstek-
ker eruit trekken en zijbezemarm uit de
borgbout tillen.
Veerstekker voor de opberging op-
nieuw in de borgbout steken.
NL
5
-
1 Instelhendel, derde zijbezem (optie)
2 Derde zijborstel in/uit (optie)
Plaatsnemen op de bestuurdersplaats,
de zijbezem met de instelhendel bedie-
nen.
De inschakeling gebeurt met de scha-
kelaar Derde zijbezem in/uit.
Instelhendel naar rechts: Zijbe-
zem gaat naar rechts (buiten).
Instelhendel naar voren: Zijbe-
zem gaat naar beneden.
Instelhendel naar achteren: Zij-
bezem gaat omhoog.
Instelhendel naar links: Zijbe-
zem gaat naar links (binnen).
Voorzichtig
Bij transportritten op de openbare weg
moet de 3e zijbezem naar binnen gezwenkt
en beveiligd zijn.
Aanbouwset watersproeisysteem (optie)
Die aanbouwset is in de fabriek gemon-
teerd en kan niet achteraf aangebouwd
worden.
De aanbouwset watersproeisysteem be-
staat uit een waterreservoir en de sproeiers
aan de zijbezem.
Indien bij het vegen veel stop opwaait,
kan het watersproeisysteem gebruikt
worden.
De inschakeling gebeurt met de scha-
kelaar Besproeiing zijbezem.
Droge bodem vegen
Ventilator inschakelen.
Bij oppervlaktereiniging de programma-
schakelaar op Vegen met veegrol zet-
ten.
Bij de reiniging van zijranden de pro-
grammaschakelaar op Vegen met vee-
grol en zijbezems zetten.
7