Gevaar
Accu alleen met het geschikte laadappa-
raat opladen.
Alle celsluitingen uitdraaien.
Pluspool-leiding van het laadtoestel
met de pluspoolaansluiting van de accu
verbinden.
Minpool-leiding van het laadtoestel met
de minpoolaansluiting van de accu ver-
binden.
Stekker in het stopcontact steken en
laadtoestel inschakelen.
Accu met de kleinst mogelijke laad-
stroom laden.
Instructie: Wanneer de batterij opgeladen
is, het laadapparaat eerst van het stroom-
net en dan van de batterij halen.
Batterij demonteren
Poolklem op minpool (-) afklemmen.
Poolklem op pluspool (+) afklemmen.
Klemmen op de accubodem losschroe-
ven.
Batterij uit de batterijhouder nemen.
Verbruikte batterij conform de geldende
bepaleingen verwijderen.
Motoroliepeil controleren en olie bijvullen
Gevaar
Verbrandingsgevaar!
Motor laten afkoelen.
Controle van het motoroliepeil op zijn
vroegst 5 minuten na het uitzetten van
de motor uitvoeren.
Oliepeilstok uittrekken.
Oliepeilstok afvegen en inschuiven.
Oliepeilstok uittrekken.
Oliepeil controleren.
Oliepeilstok weer erin doen.
10
Het oliepeil moet zich tussen de "MIN"-
–
en „MAX"-markering bevinden.
Bevindt zich het oliepeil onder de
–
„MIN"-markering, motorolie bijvullen.
Motor niet boven „MAX"-markering bij-
–
vullen.
Sluitschroef van de olievulopening los-
maken.
Motorolie erin doen.
Oliesoort: zie Technische gegevens
Olievulopening afsluiten.
Minstens 5 minuten wachten.
Motoroliepeil controleren.
Motorolie en motoroliefilter wisselen
Voorzichtig
Verbrandingsgevaar door hete olie!
Opvangreservoir voor minstens 6 liter
olie klaarzetten.
Motor laten afkoelen.
Olieaftapschroef uitschroeven.
Sluitschroef van de olievulopening los-
maken.
Olie aftappen.
Oliefilter afschroeven.
Bevestigingspunt en afdichtvlakken rei-
nigen.
Afdichting van het nieuwe oliefilter voor
het inbouwen met olie insmeren.
Nieuw oliefilter inbouwen en handvast
aanhalen.
Olieaftapplug inclusief nieuwe afdich-
ting erinschroeven.
Instructie: Olieaftapplug met een draaimo-
mentsleutel op 25 Nm aanhalen.
Motorolie erin doen.
Oliesoort: zie Technische gegevens
Olievulopening afsluiten.
Motor ca. 10 seconden laten lopen.
Motoroliepeil controleren.
NL
8
-
Oliepeil hydraulisch systeem controle-
ren en hydraulische olie bijvullen
Waarschuwing
Het veeggoedreservoir mag niet opgetild
zijn.
Motorafdekking openen.
1 Kijkglas
2 Hydraulische-oliefilter
3 Manometer
4 Afsluitdeksel, olievulopening
Hydraulische-oliepeil in het kijkglas
controleren.
Het oliepeil moet zich tussen de "MIN"-
–
en „MAX"-markering bevinden.
Bevindt zich het oliepeil onder de
–
„MIN"-markering, hydraulische olie bij-
vullen.
Afsluitdeksel van de olievulopening los-
schroeven.
Vulgebied reinigen.
Hydraulische oliefilter uittrekken.
Hydraulische olie bijvullen.
Oliesoort: zie Technische gegevens
Afsluitdeksel van de olievulopening er-
opschroeven.
Waarschuwing
Wanneer de manometer een verhoogde
hydraulische-oliedruk weergeeft, moet de
hydraulische-oliefilter vervangen worden
door de klantenservice van Kärcher.
Hydraulisch systeem controleren
Parkeerrem vastzetten.
Motor starten.
Onderhoud van het hydraulische systeem
alleen door de Kärcher-klantendienst.
Alle slangen van het hydraulische sy-
steem en aansluitingen op lekkage con-
troleren.
Radiateur controleren en onderhouden
Gevaar
Gevaar voor verbranding door kokend wa-
ter! Radiateur minstens 20 minuten laten
afkoelen.
Koelwaterpeil aan het expansievat con-
troleren (waterpeil tussen MIN en MAX.
Koelerlamellen reinigen.
Koelslangen en aansluitingen op dicht-
heid controleren.
Ventilator reinigen.