Veegrol controleren
Motor starten.
Veeggoedreservoir tot de eindstand op-
tillen.
Motor uitzetten.
Parkeerrem vastzetten.
Veiligheidsstang gebruiken voor hoog-
leging.
Banden of snoeren van veegrol verwij-
deren.
Veiligheidsstang eruitnemen.
Motor starten.
Veeggoedreservoir tot de eindstand
neerlaten.
Motor uitzetten.
Veegrol verwisselen
1 Bevestigingsschroef veegrolhouder
2 Veegrol
3 Veegrolhouder
4 Borgplaat zijdelingse afdichting
5 Zijdelingse afdichting
Zijmantel met sleutel openen.
Vleugelmoeren aan de fenderbevesti-
ging van de zijdelingse afdichtstrook af-
schroeven en fenderbevestiging
afnemen.
Zijdelingse afdichting naar buiten klap-
pen.
Bevestigingsschroef veegrolhouder er-
uit schroeven en opname naar buiten
zwenken.
Veegrol uitnemen.
Inbouwplaats van de veegrol in rijrichting
(bovenaanzicht)
Instructie: Bij de inbouw van de nieuwe veeg-
rol op de positie van de borstelset letten.
Nieuwe veegrol monteren. De groeven
van de keerrol moeten op de nokken
van de tegenoverliggende vleugel ge-
stoken worden.
Instructie: Na het inbouwen van de nieu-
we veegrol moet de veegspiegel opnieuw
ingesteld worden.
Veegspiegel van de veegrol controleren
en instellen
Luchtdruk banden controleren.
Zuigturbine uitschakelen.
Veegmachine op een egale en gladde
bodem rijden die duidelijk met stof of
krijt bedekt is.
Programmaschakelaar op Vegen met
veegrol stellen.
Programmaschakelaar op Transport
zetten.
Apparaat achterwaarts wegrijden.
Veegspiegel controleren.
De vorm van de veegspiegel moet een ge-
lijkmatige rechthoek van 80-85 mm breedte
vormen.
Veegspiegelbreedte instellen:
1 Instelschroef
Positie veegspiegel instellen door de in-
stelschroef te verdraaien.
Veegspiegel controleren.
Veegspiegel van de zijbezem controle-
ren en instellen
Luchtdruk banden controleren.
Zijbezems opheffen.
Veegmachine op een egale en gladde
bodem rijden die duidelijk met stof of
krijt bedekt is.
Programmaschakelaar op Vegen met
veegrol en zijbezems stellen.
Zijbezems opheffen.
Programmaschakelaar op Rijden zet-
ten.
Apparaat achterwaarts wegrijden.
Veegspiegel controleren.
NL
9
-
De breedte van de veegspiegel moet tus-
sen 40-50 mm liggen.
Veegspiegel met de twee instelschroe-
ven corrigeren.
Veegspiegel controleren.
Zijdelingse afdichtstroken plaatsen
Luchtdruk banden controleren.
Veeggoedreservoir naar boven bren-
gen en met veiligheidsstang zekeren.
Gevaar
Verwondingsgevaar! Bij een opgetild veeg-
goedreservoir altijd de veiligheidsstang ge-
bruiken.
Veiligheidsstang voor hoogleging naar
boven klappen en in de houder steken
(beveiligd).
1 Houder veiligheidsstang
2 Veiligheidsstang
Zijmantel openen zoals in Hoofdstuk
"Veegwals vervangen" beschreven
wordt.
6 Vleugelmoeren van de zijdelingse
fenderbevestiging losmaken.
3 Moeren (SW 13) van de voorste fen-
derbevestiging losmaken.
Zijdelingse afdichtstrook zover naar be-
neden drukken (slobgat) totdat deze op
een afstand van 1 - 3 mm van de bo-
dem is.
Fenderbevestigingen vastschroeven.
Het proces op de andere kant van het
apparaat herhalen.
11