Lees vóór het eerste gebruik
van uw apparaat deze originele
gebruiksaanwijzing, ga navenant te werk
en bewaar hem voor later gebruik of voor
een latere eigenaar.
Voor de eerste inbedrijfstelling de veilig-
heidsaanwijzingen nr. 5.956-250 beslist
doorlezen!
Inhoudsopgave
Functie . . . . . . . . . . . . . . . .
Tanken. . . . . . . . . . . . . .
Werking. . . . . . . . . . . . . . . .
Opslag . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoudswerkzaamhede
n . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheidsinstructies
Algemene aanwijzingen
. . 1
Als u bij het uitpakken transportschade
. . 1
NL
constateert, neem dan contact op met uw
. . 2
distributeur.
De op het apparaat aangebrachte
-
waarschuwings- en aanwijzingsborden
. . 2
geven aanwijzingen voor gebruik zon-
. . 2
der gevaar.
. . 2
Naast de aanwijzingen in de gebruiks-
NL
-
aanwijzingen moeten de algemene vei-
. . 2
ligheidsvoorschriften en voorschriften
ter vermijding van ongevallen van de
. . 3
wetgever in acht genomen worden.
. . 3
NL
. . 3
Instructies inzake uitladen
. . 3
Gevaar
. . 3
Verwondingsgevaar, beschadigingsge-
vaar!
. . 4
Gewicht van het apparaat bij het verladen
. . 4
in acht nemen!
. . 4
Leeggewicht (zonder aanbouw-
sets)
* Indien aanbouwsets gemonteerd zijn, is
. . 4
dat gewicht overeenkomstig hoger.
Geen vorkheftruck gebruiken.
. . 4
Bij het verladen van het apparaat moet
. . 4
een geschikt platform of een kraan ge-
. . 4
bruikt worden!
Bij het gebruik van een losplank moet
het volgende in acht genomen worden:
. . 4
Bodemvrijheid 70mm.
. . 4
Wanneer het apparaat op een pallet ge-
. . 4
NL
leverd wordt, moet met de meegelever-
. . 4
NL
de planken een platform gebouwd
. . 5
worden.
. . 5
De handleiding daarvoor vindt u op pa-
gina 2 (binnenkant omslagpagina).
. . 5
Belangrijke instructie: Elke plank
. . 6
NL
moet telkens met 2 schroeven vastge-
. . 6
schroefd worden.
. . 6
Rijfunctie
. . 6
Gevaar
. . 6
Verwondingsgevaar, beschadigingsge-
. . 6
vaar!
. . 6
Gevaar
. . 6
Verwondingsgevaar!
. . 6
NL
Kantelgevaar bij de sterke hellingen.
In de rijrichting mag u slechts stijgingen
NL . . 7
-
tot 18% nemen.
NL
. 11
Kantelgevaar bij snel door de bochten rij-
. 11
den.
. 12
In bochten langzaam rijden.
-
. 13
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
Het apparaat uitsluitend op bevestigde
-
ondergrond bewegen.
Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.
Gevaar van gehoor-
schade. Bij het werken
met het apparaat in elk
geval een geschikte ge-
hoorbescherming dra-
gen.
1440 kg*
NL
1
-
Dwars op de rijrichting alleen hellingen
-
tot maximaal 10 % berijden.
De voor motorrijtuigen voorgeschreven
-
maatregelen, regels en verordeningen
dienen altijd te worden opgevolgd.
De bediener moet het apparaat doel-
-
matig gebruiken. Hij moet bij het rijden
rekening houden met de plaatselijke
omstandigheden en bij het werken met
dit apparaat goed letten op anderen,
vooral op kinderen.
Het apparaat mag alleen door perso-
-
nen worden gebruikt die voor de om-
gang ermee zijn opgeleid of hun
vaardigheden in het bedienen hebben
aangetoond en uitdrukkelijk de op-
dracht hebben gekregen voor het ge-
bruik.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
-
door kinderen of jongeren.
Het meenemen van begeleidende per-
-
sonen is niet toegestaan.
Zittend bediende apparatuur moet ook van-
-
uit de stoel in beweging worden gezet.
Om onbevoegd gebruik van het appa-
raat te voorkomen, dient men de con-
tactsleutel te verwijderen.
Het apparaat mag nooit onbeheerd
worden achtergelaten zolang de motor
nog draait. De bediener mag het appa-
raat pas verlaten, als de motor is uitge-
zet, het apparaat tegen onbedoelde
bewegingen is afgeschermd, eventueel
de handrem is aangetrokken en de con-
tactsleutel uit het contact is gehaald.
Apparaten met verbrandingsmotor
Gevaar
Verwondingsgevaar!
De uitlaat mag niet geblokkeerd worden.
-
Niet over de uitlaat buigen of deze aan-
-
raken (verbrandingsgevaar).
Aandrijfmotor niet aanraken of vastpak-
-
ken (verbrandingsgevaar).
Uitlaatgassen zijn schadelijk voor de
-
gezondheid, ze mogen niet worden in-
geademd.
De motor heeft ca. 3 - 4 seconden na-
-
loop nodig na het uitzetten. In deze tijd
absoluut uit de buurt blijven van het
aandrijfbereik.
Apparaten met chauffeurscabine
In noodgevallen ruiten met de noodha-
-
mer inslaan.
Waarschuwing
De noodhamer bevindt zich in de voetruim-
te onder de bestuurderstoel.
Accessoires en reserveonderdelen
Er mogen alleen toebehoren en onder-
-
delen gebruikt worden, die door de fa-
brikant zijn goedgekeurd. Origineel
toebehoren en originele onderdelen
staan er borg voor dat het apparaat vei-
lig en storingsvrij gebruikt kan worden.
Een selectie van de meest frequent be-
-
nodigde reserveonderdelen vindt u
achteraan in de gebruiksaanwijzing.
Verdere informatie over reserveonder-
-
delen vindt u op www.kaercher.com bij
Service.
3