Handleiding AP40
Stand 2023 V01. Vanaf software versie V4.13 Wijzigingen voorbehouden.
4.24 Linearisatie
Met de lineariseringsfunctie kunnen niet lineaire bewegingen worden weerge-
geven en verwerkt. Hierbij wordt de actuele (sensor) positie, actuele snelheid
die op de display wordt weergegeven of de waarde van de analoge ingang via
een tabel omgerekend en als een extra waarde "actuele linearisering" bere-
kend. Deze waarde kan dienen als bron waarde voor de uitgave van nokken
en of analoge uitgang.
Parameter "Bron" P[246]
optie "0 Inactief"
optie "1 Actuele positie"
optie "2 Actuele snelheid"
optie "2 Analoge ingang (AWE)"
De lineariseringsfunctie werkt met een tabel die uit maximaal 30 punten be-
staat (P1...P30). Voor ieder punt kan een X (Pn-X) en een Y (Pn-Y) waarde
worden ingegeven. De X waarde is de huidige actuele (sensor) positie of
snelheid en de Y waarde is de gewenste actuele positie of snelheid genaamd
"actuele linearisering". Tussen de tabelwaarden wordt lineair geïnterpoleerd.
Via parameter P[247] kan het aantal actieve punten tussen 2 en 30 worden
ingegeven. Ook kan de actuele linearisatie waarde in de monitor functie wor-
den weergegeven waarbij het aantal decimalen via parameter P[248] kan
worden ingesteld.
Voor de linearisatie kunnen 3 modi worden gekozen.
Parameter "modus" P[241]
optie "0 4-Kwadrant"
optie "1 Spiegelen Y-as"
optie "2 Spiegelen XY-as"
63