Handleiding AP40
Stand 2023 V01. Vanaf software versie V4.13 Wijzigingen voorbehouden.
In sommige gevallen kan het wenselijk zijn het aantal clockimpulsen en/of het
aantal databits anders in te stellen.
Voorbeeld:
Stel een SSI gever heeft 65535 posities per asomwenteling en heeft
16384 asomwentelingen.
Posities per asomwenteling (singleturn) bits = 16
Aantal asomwentelingen (multiturn) bits = 14
Men wil het aantal posities per asomwenteling terugbrengen naar 8192
= 13 bit en het aantal asomwentelingen behouden
Ingave aantal clockimpulsen
Ingave aantal databits
4.13 SSI Bewaking
De SSI-waarde wordt iedere cyclus (250μs) gelezen en verwerkt. Het kan
door externe storingen e.d. voorkomen dat er 1 cyclus onjuiste informatie
wordt gelezen van de SSI gever. Om ongewenste schakelacties door de uit-
gangen (nokken) te voorkomen kan voor de SSI een bewaking worden inge-
steld. We onderscheiden 2 soorten bewaking nl: draadbreuk en delta-SSI
(zie P[221]). Als er een draadbreuk wordt vastgesteld dan wordt een SSI error
(error 801) geactiveerd.
Voor de delta-SSI bewaking geven we een maximale delta verplaatsing op
voor de SSI gever (P[006]) per leescyclus (250μs) en een maximaal aantal
keer achter elkaar dat een overschrijding van deze waarde mag voorkomen
(P[220]).
Als de delta-SSI wordt overschreden dan zal (als P[220] <> 0) de waarde van
de vorige meting worden geïnterpoleerd.
Een SSI error (error 800) wordt pas geactiveerd als er meer dan het toege-
stane aantal keren achter elkaar een overschrijding van delta-SSI wordt vast-
gesteld.
P[216] = 27
P[217] = 27
33