Het paneel A
Dit is een het paneel HelioPlan (17) met
buisabsorber. Een paneelvoeler (18) die
vastgemaakt is in het paneel meet de
temperatuur van het paneel
Duobuis
De systeembuizen bestaan uit de
retourleiding (1) en de vertrekleiding (16).
In het huis zijn de leidingen geïnstalleerd
naast elkaar in een isolatie die eveneens
de kabel voor de paneelvoeler (18).
bedekt. Deze module heet de "Duobuis".
Om een verbinding met het dak tot stand
te brengen worden de koperen leidingen
ontdaan van hun isolatie, die bijgevolg
langer worden, individueel geïsoleerd, en
vastgemaakt op het paneel door middel
van de klemkoppeling.
BELANGRIJK : Gezien de
i
afmetingen van de buizen
mag u uitsluitend een koperen
buis gebruiken met een
binnendiameter van 8,4 mm
voor de installatie.
Bulex raadt de
„voorgeïsoleerde koperen
duobuis" aan, die verkrijgbaar
is als toebehoren, met een
lengte van 10 m of 20 m. Deze
is gemakkelijk te monteren en
zorgt ervoor dat de installatie
optimaal en veilig werkt.
Zonneboiler C
De op zichzelf staande boilers 150S
hebben een volume van ong. 150 liter. Ze
werken met één zonnepaneel.
De thermische zonnewisselaar (8) bevindt
zich onderaan de boiler. Deze wisselaar is
aangesloten op het circuit van het paneel.
De naverwarming (5) dient tot de
opwarming van het opgeslagen water in
0020098196_00 - 01/10 - Bulex
BESCHRIJVING SYSTEEM
de boiler in geval de zon onvoldoende
schijnt om het boilerwater genoeg op
te warmen. De naverwarming is in
serie geplaatst met de zonneboiler. De
twee boilervoelers (7) en (9) geven de
temperaturen aan die aangegeven zijn
op de regelaar (3), die geïntegreerd is
in de boiler. De andere onderdelen die
geïntegreerd zijn in de boiler zijn de pomp
(13), die instaat voor de circulatie van
de zonnevloeistof in het zonnecircuit,
een veiligheidsgroep (11) en twee vul- en
aflaatkranen (12) en (14). De boiler dient
voor de opslag van sanitair water dat
binnenkomt door de koudwaterleiding (2)
en dat wegloopt door de warmwaterleiding
(4).
Zonnecircuit
Het zonnecircuit omvat 1 paneel (17)
waar de uiteinden van de bovenste
buis aangesloten zijn op de koperen
retourleiding van de zonne-installatie (1).
Het andere uiteinde van deze leiding is
aangesloten op de bovenste aansluiting
van de thermische zonnewisselaar (8). De
onderste aansluiting van de thermische
zonnewisselaar gaat door een deel van
de buizen (10) die geïntegreerd zijn in de
boiler om uit te komen aan de kant van de
aanzuig van de pomp(en), (13) en (15).
De pomp stuurt de zonnevloeistof in de
koperen vertrekleiding (16), die verbonden
is met de aansluiting die zich helemaal
onderaan het paneel (17) bevindt..
De zonnebuizen (10) die geïntegreerd
zijn in de boiler omvatten eveneens vul-
en aftapkranen (12) en (14) evenals de
veiligheidsgroep (11).
In het zonnecircuit zit een mengeling van
zonnevloeistof en lucht. De zonnevloeistof
bestaat uit een bereiding op basis van een
mengeling van water en glycol en bevat
- 9 -