Problemen
De airconditioning werkt
niet.
Het koel- of verwarmings-
effect is niet goed.
Grote ruis.
De compressor werkt niet
De afstands-
bediening werkt niet.
1 6
Reden voor
problemen
Er is geen elektriciteit.
De overloopindicator
geeft "FL"weer.
De omgevingstempera-
tuur is te laag of te hoog.
Er is direct zonlicht.
Deuren of ramen staan
open; er zijn veel mensen;
of in de koelmodus zijn er
andere warmtebronnen.
Het filterscherm is vuil.
De airconditioning wordt
niet op een vlakke onder-
grond geplaatst.
Oververhittingsbeveili-
ging start.
De afstand tussen de
machine en de afstands-
bediening is te groot.
De afstandsbediening
staat niet in de richting
van de ontvanger van de
afstandsbediening.
De batterijen zijn leeg.
Oplossingen
Zet hem aan na aanslui-
ting op een stopcontact
met elektriciteit.
Lozing van het water in
de overloopindicator.
Gebruik het apparaat bij
een temperatuur van 7-35
ºC
ºC
(44-95
).
Trek aan het gordijn.
Sluit deuren en ramen en
voeg nieuwe airconditio-
ning toe.
Reinig of vervang het
filterscherm.
Plaats de airconditioning
op een vlakke en harde
plaats (om het geluid te
verminderen).
Wacht 3 minuten tot de
temperatuur is gedaald
en start de machine
vervolgens opnieuw op.
Laat de afstandsbedie-
ning in de buurt van de
airconditioning komen
en zorg ervoor dat de
afstandsbediening direct
in de richting van het
apparaat wijst.
Vervang de batterijen.