k
Verplaats de printkop en verwijder achtergebleven
materiaal uit dit gedeelte. Zorg ervoor dat er geen
materiaalresten in de hoeken van de printer (1) en
(2) achterblijven.
1
BELANGRIJK
• Als de printkop zich in de rechterhoek bevindt (zie
afbeelding), kunt u de printkop niet verplaatsen. Sluit het
bovendeksel en sluit het netsnoer opnieuw aan. Open
nogmaals het bovendeksel en houd
printkop in het midden staat. Haal vervolgens de stekker van
de printer uit het stopcontact en verwijder het materiaal.
• Als het materiaal onder de printkop is vastgelopen, moet
u de stekker van de printer uit het stopcontact trekken en
vervolgens de printkop verplaatsen om het materiaal te
verwijderen.
• Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast u deze meteen
af met zeep of een schoonmaakmiddel.
l
Gebruik de vingergrepen aan beide zijden van de
printer om het bovendeksel voorzichtig te sluiten.
19
m
2
n
o
ingedrukt tot de
p
q
r
s
Trek lade 2 volledig uit de printer, zoals
aangegeven door de pijl.
Verwijder de rol stof uit lade 2 en rol de stof op.
Als de stof aan de rand gevouwen of gekreukt is, of scheef
afgesneden, knip de stof dan recht af.
Plaats de rol stof terug in lade 2.
Meer bijzonderheden over het laden vindt u in "Laad de
rol stof in lade 2" (P.8).
Sluit de bovenste klep ter verwijdering van
vastgelopen materiaal A aan de achterzijde van de
printer. Zorg ervoor dat de klep volledig dicht is.
Duw de papiersteun stevig terug in de printer. Zorg
ervoor dat de papiersteun goed over de daarvoor
bestemde richels glijdt.
Duw de papierlade langzaam volledig in de printer.
Steek de stekker weer in het stopcontact.