OPMERKING
• Druk alleen af op de stofzijde van de rol stof. Als u afdrukt
op de beschermlaag, kan de printer beschadigd raken.
• Als het uiteinde van de stof rafelig is, knipt u deze rafels
eerst af voordat u de rol in de lade plaatst.
• Als de stof niet strak aangespannen is, rolt u de stof eerst
opnieuw op voordat u de rol in de lade plaatst.
f
Plaats uw vingers aan beide zijden van de rol stof
en draai de rol in de richting van de pijl (zie
illustratie). Blijf draaien totdat de stof door de
papiersleuf onder in de lade komt en de andere
kant (1) van de lade aanraakt.
1
g
Stel de papiergeleiders voor de breedte (1)
voorzichtig af op de stof. De papiergeleiders
moeten tegen de stof komen.
1
9
1
h
Duw lade 2 langzaam volledig in de printer.
BELANGRIJK
• Duw de lade NIET met kracht of heel snel in de printer.
Hierdoor kan het materiaal vastlopen of wordt het
mogelijk niet goed ingevoerd.
i
Zorg ervoor dat de papiersteun dicht is.
BELANGRIJK
• Voorkom schade aan het bedrukte materiaal en trek de
papiersteun NIET uit wanneer u een rol met stof laadt.
• Als u lade 2 uit de printer trekt nadat u een rol stof hebt
geladen, kan de rol los komen te zitten of kan de voorkant
van de rol verschuiven. Om schade aan het materiaal en
invoerproblemen te voorkomen moet u de rol opnieuw
laden.
• Wanneer lade 2 een rol stof bevat en u drukt af op stof,
houdt de printer de voltooide opdrachten vast zodat de
stof niet valt.
Wacht na het afdrukken tot het snijden klaar is. Verwijder
de bedrukte stof en druk op [OK] op het LCD-scherm van
de printer.
Het papierformaat en de papiersoort
opgeven om af te drukken op een rol stof
a
[Instell.] > [Alle instell.] >
Druk op
[Standaardinst.] > [Lade-instell.] > [Lade
2].
b
Druk op [Papiersoort] > [Stof].
Het papierformaat wordt automatisch ingesteld op [Rol
van 297 mm].