x
Camera
U kunt de opnamefuncties instellen, zoals ononderbroken opnemen,
zelfontspanner en flitser.
Transportfunctie
Flitsfunctie
AF/MF-selectie
AF-gebied
Autom. scherpst.
Dig. precisiezoom
Gezichtsherkenning
Lach-sluiter
Lachdetectie
Panoramarichting
Lijst met opnametips
Inhoud weergeven
* Alleen NEX-5
Selecteert de transportstand, zoals ononderbroken
opnamen, zelf-ontspanner of bracketopnamen.
(Enkelbeeldopname/Continuopname/Snelh.v.
continutr./Zelfontspanner/Zelfontsp.(Cont.)/ Bracket:
continu/Afstandsbediening*)
Selecteert de methode die wordt gebruikt voor het
flitsen.
(Flitser uit/Automatisch flitsen/Invulflits/
Langz.flitssync./Eindsynchron.)
Selecteert automatische scherpstelling of handmatige
scherpstelling.
(Aut. scherpst./D. handm. sch./H. scherpst.)
Selecteert het gebied waarop moet worden
scherpgesteld.
(Multi/Midden/Flexibel punt)
Selecteert de autofocus-methode.
(Enkelv. AF/Continue AF)
Stelt digitaal in- en uitzoomen in wanneer een lens
met een vaste brandpuntsafstand wordt gebruikt.
Detecteert automatisch de gezichten van mensen en
past scherpstelling en belichting aan de gezichten aan.
(Uit/Automatisch/Voork. v. kind./Voork. v. volw.)
Iedere keer dat de camera een glimlach detecteert,
stelt de camera automatisch de sluiter in werking.
(Aan/Uit)
Stelt de gevoeligheid in van de Lach-sluiter-functie
voor het detecteren van een glimlach.
(Schaterlach/Normale lach/Glimlach)
Selecteert de richting voor het pannen van de camera
wanneer u panoramische beelden opneemt.
(Rechts/Links/Naar boven/Naar beneden)
Geeft u toegang tot alle opnametips.
Wisselt tussen informatie die op het opnamescherm
moet worden weergegeven.
(Basisinfo wrg./Info weergeven/Geen info)
NL
49