7.3
Elektrische aansluiting
Controleer of het voltage en de afmetingen van de stroomtoevoerlijn
overeenstemmen met de kenmerken die aangeduid worden op de plaat die zich
onder de carter van het toestel bevindt. Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
De stekker van de stroomkabel en het stopcontact moeten van hetzelfde type
en conform de van kracht zijnde normen betreffende de elektrische installaties
zijn. Controleer of de stroomtoevoerlijn voorzien is van een geschikte aarding.
Wanneer een vaste aansluiting gebruikt wordt, moet op de toevoerlijn van het
toestel
openingsafstand van de contacten die gelijk of groter is dan 3 mm, op een
positie die makkelijk bereikbaar is en die zich nabij het toestel bevindt.
Vermijdt het gebruik van adapters, reducties of aftakkingen.
Ingeval de stroomkabel wordt vervangen,
mag de doorsnede van de draden van de
nieuwe kabel niet kleiner zijn dan 1.5 mm²
(kabel van 3 x 1.5), door er rekening mee te
houden dat het uiteinde dat op de oven
moet worden aangesloten een aardedraad
moet hebben (geel-groen) die
minstens 20 mm langer is. Gebruik uitsluitend een kabel van het type H05V2V2-
F of gelijkaardig en die bestand is tegen een maximumtemperatuur van 90°C.
De vervanging moet uitgevoerd worden door een bevoegd technicus, die de
aansluiting op het net moet uitvoeren volgens het onderstaande schema.
L = bruin
N = blauw
= geel-groen
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor persoonlijke letsels
of materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van die voorschriften
of door het onklaar maken van een afzonderlijk deel van het toestel.
152
Instructies voor de installateur
een
omnipolair
onderbrekingsmechanisme
aanwezig
zijn
met