2
Het patroon verandert wanneer u het niveau instelt.
Bijv.: Met "TRE" gekozen
Aanduiding [Bereik]
BAS*
1
(lage tonen)
Instellen van de lage tonen. [–06 t/m +06]
TRE*
1
(hoge tonen)
Instellen van de hoge tonen. [–06 t/m +06]
FAD*
2
(fader)
Instellen van het balans tussen de voor- en
achterluidsprekers. [R06 t/m F06]
BAL (balans)
Instellen van het balans tussen de linker- en
rechterluidsprekers.
[L06 t/m R06]
LOUD*
(toonversterking)
1
Versterkt de lage en hoge frequenties voor
een goed-gebalanceerd geluid bij een laag
volumeniveau. [LOUD ON of LOUD OFF]
VOL (volume)
Instellen van het volume. [00 t/m 30 of 50*
1
*
Indien u de lage of hoge tonen of
toonversterking instelt, wordt de door u
gemaakte instelling voor de huidige gekozen
geluidsfunctie (C-EQ) met inbegrip van
"USER" vastgelegd.
2
*
Stel het faderniveau op "00" indien u slechts
twee luidsprekers gebruikt.
*
3
Afhankelijk van de ingestelde versterking voor
de versterker. (Zie bladzijde 16 voor details).
14
Algemene instellingen — PSM
U kunt de op de volgende tabel aangegeven PSM-
onderdelen (Modus met voorkeursinstellingen)
veranderen.
1
2
Kies een PSM-onderdeel.
3
Stel het gekozen PSM-onderdeel in.
4
Herhaal stappen 2 en 3 voor het
instellen van andere PSM-onderdelen
indien nodig.
3
]
5
Voltooi de procedure.
Bijv.: Met "DIMMER" gekozen