Symbool
Functie
1, 2, 3
Grillstanden
of
I, II, III
1, 2, 3
Reinigingsstanden
of
I, II, III
Opwarmindicatie
Het apparaat geeft aan wanneer het opwarmt.
Wanneer het apparaat opwarmt, brand op het display
het symbool .
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het inschuiven van het gerecht bereikt zodra het sym-
bool dooft.
Opmerkingen
¡ De opwarmingsindicatie verschijnt alleen bij verwar-
mingsmethoden waarbij een temperatuur wordt in-
gesteld. Bij grillstanden bijv. verschijnt de opwar-
mingsindicatie niet.
¡ Door thermische traagheid kan de weergegeven
temperatuur een beetje afwijken van de werkelijke
temperatuur in de binnenruimte.
4.5 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte schuiven.
Uw apparaat heeft 5 inschuifhoogtes. De inschuifhoog-
tes worden van beneden naar boven geteld.
De rekjes kunt u, bijvoorbeeld om te reinigen, verwijde-
ren.
→ "Rekjes", Pagina 22
Accessoires
5 Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het
apparaat afgestemd.
Opmerking: Wanneer de accessoires heet worden,
kunnen deze vervormen. De vervorming heeft geen in-
vloed op de werking. De vervorming verdwijnt weer na-
dat de accessoires zijn afgekoeld.
Gebruik
De grillstanden instellen Grill, groot oppervlak
1 = laag
2 = gemiddeld
3 = hoog
De reinigingsstanden instellen voor Pyrolyse.
1 = licht
2 = gemiddeld
3 = intensief
→ "Pyrolyse", Pagina 17
Verlichting
De ovenlamp verlicht de binnenruimte.
Bij de meeste verwarmingsmethoden en functies is de
verlichting aan als het programma loopt. Bij het beëin-
digen van de werking schakelt de verlichting uit.
Met de stand ovenlamp
laar kunt u de verlichting zonder verwarming inschake-
len.
Koelventilator
De koelventilator schakelt tijdens gebruik automatisch
in. De lucht ontsnapt via de deur.
Het apparaat herkend verhoogde vochtigheid in het
kookcompartiment. Om de vochtigheid te reguleren,
kan de intensiteit en het bedrijfsgeluid van de koelventi-
lator variëren.
LET OP!
Door het afdekken van de ventilatiesleuven raakt het
apparaat oververhit.
Dek de ventilatiesleuven niet af.
▶
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking voortgezet.
De meegeleverde accessoires kunnen variëren, afhan-
kelijk van het type apparaat.
Accessoires nl
op de functiekeuzeschake-
9