bevatten. De certificaten worden in de beveiligingsmodule opgeslagen
door de serviceprovider.
Als u de instellingen van de beveiligingsmodule wilt bekijken of
wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen > Beveiliging > Instell.
beveiligingsmodule.
Certificaten
Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico's van externe
verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, moet u
de certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren
van een verbeterde beveiliging.
De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele bescherming.
De beveiliging wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of
vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid. Als wordt
aangegeven dat het certificaat is verlopen of dat het nog niet geldig is, terwijl het
certificaat geldig zou moeten zijn, controleert u dan of de huidige datum en tijd
van het apparaat goed zijn ingesteld.
Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet u controleren of de eigenaar van
het certificaat kan worden vertrouwd en of het certificaat werkelijk van de
opgegeven eigenaar afkomstig is.
Er zijn drie soorten certificaten: servercertificaten,
autorisatiecertificaten en gebruikerscertificaten. Deze certificaten krijgt
u van de serviceprovider. Autorisatiecertificaten en
gebruikerscertificaten kunnen ook door de serviceprovider zijn
opgeslagen in de beveiligingsmodule.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging > Autorisatiecertificaten
of Gebruikerscertificaten om de lijst met autorisatiecertificaten of
gebruikerscertificaten te bekijken die naar de telefoon is gedownload.
Als de datatransmissie tussen de telefoon en de server gecodeerd is,
wordt tijdens een verbinding het beveiligingspictogram
weergegeven.
Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de
gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is
opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen
de gateway en de contentaanbieder.
W e b
93