T e k s t i n v o e r e n
Als u het type invoer met het woordenboek wilt instellen, selecteert u
Opties > Voorspellingsinst. > Voorspellingtype > Normaal of
Woordsuggesties.
1. U begint met het invoeren van een woord door de cijfertoetsen 2 t/m
9 te gebruiken. Druk eenmaal op een toets voor één letter. De
ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven.
Als u Woordsuggesties als type voorspelling heeft geselecteerd,
voorspelt de telefoon het woord dat u aan het intoetsen bent. Nadat
u enkele letters hebt ingevoerd, en als deze letters samen geen
woord vormen, probeert de telefoon langere woorden te voorspellen.
Alleen de ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven.
U kunt een speciaal teken toevoegen door * ingedrukt te houden of
Opties > Symbool invoegen te selecteren. Ga naar een teken en
selecteer Gebruik.
Als u een samengesteld woord wilt invoeren, voert u het eerste
gedeelte van het woord in en bevestigt u dit door op de
rechterbladertoets te drukken. Voer het tweede gedeelte van het
woord in en bevestig het woord.
Druk op 1 om een punt in te voeren.
2. Wanneer u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de
invoer door op 0 te drukken om een spatie in te voegen.
Als het woord niet juist is, drukt u herhaaldelijk op *. Wanneer het
gewenste woord wordt weergegeven, selecteert u dit.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven,
bevindt het woord dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek.
Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u
Spellen. Maak het woord af via de methode voor normale tekstinvoer
en selecteer Opslaan.
Normale tekstinvoer
Als u normale tekstinvoer wilt inschakelen, selecteert u Opties >
Voorspellingsinst. >Voorspelling > Uit.
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 t/m 9) totdat het gewenste
teken wordt weergegeven. Op de toetsen staan niet alle tekens
30