Bedieningspaneel
KNOP
BESCHRIJVING
Druk op de aan-/uitknop om het apparaat in of uit te schakelen.
De oscillatiehoek kan worden aangepast door herhaaldelijk
op de oscillatieknop te drukken. De hoeken 60°, 90° en 120°
worden achtereenvolgens geselecteerd, met tussenpozen van
het uitschakelen van de oscillatie (60°→ uit → 90° → uit →
120°→ uit → 60° enzovoorts).
De geselecteerde hoek wordt weergegeven als volgt op het
display weergeven:
•
60°
•
90°
•
120°
• Druk kort op de ventilatorsnelheid-knop om de
ventilatorsnelheid aan te passen.
• Houd de ventilatorsnelheid-knop lang ingedrukt om het
type wind aan te passen (normale wind → zachte wind→
slaapstand wind→ normale wind enzovoorts).
• Druk kort op de hoge-ventilatorsnelheid-knop om de hoge
ventilatorsnelheid in- of uit te schakelen.
• Houd de hoge-ventilatorsnelheid-knop om de
temperatuurgestuurde-ventilatorsnelheid in- of uit te
schakelen.
De cijfers op het display weergeven de huidige geselecteerde
ventilatorsnelheid, variërend van 1 tot 9. Als het apparaat is
ingesteld op de normale wind of zachte wind, wordt er geen
indicator weergeven op het display.
De hoge-ventilatorsnelheid-indicator wordt weergeven op het
display wanneer de hoge ventilatorsnelheid is ingeschakeld.
Verder wordt er op het display H weergeven in plaats van een
cijfer.
De slaapstand-indicator wordt weergeven op het display
wanneer de slaapstandwind is ingeschakeld. In de slaapstand is
het apparaat stiller dan bij de andere wind typen.
25