5
GEBRUIK
5.1
BESCHRIJVING VAN VOOR- EN ACHTERPANEEL
6
5
1
10
11
7
11a
11b
10
11
15
17 7
11
16
Fig. 12. Voor- en achterpaneel boven:
LP 3/5/6-11 onder: LP 8/10-11
wijzigingen voorbehouden
2
4
3
17
15
12
13
14
8
9
12a
18
11
8
9
14
13
12
12a
18
1
LCD-scherm
2x16
tekens,
statusmeldingen en instellingen.
Er kan uit de volgende talen worden gekozen: Engels, Duits,
Frans, Italiaans, Spaans. In paragraaf 5.3.4 wordt de
selectieprocedure beschreven.
2-4 Tiptoetsen
Met behulp van de tiptoetsen 'Down' (2) en 'Up' (4) kunt u
de diverse schermen oproepen, met de tiptoets
'Enter/Reset' (3) kunt u een keuze bevestigen. Tijdens het
indrukken van de tiptoetsen klinkt een geluidssignaal. Als
er gedurende 20 seconden geen tiptoets is geactiveerd, zal
het LCD-scherm terugkeren naar het standaardscherm
(met uitzondering van de serviceschermen, zie 5.3.3).
5
LED 'operation': normaal bedrijf.
6
LED 'alarm' geeft een alarmsituatie aan, vergezeld van
alarmberichten op de display en een zoemer.
Zie 5.3.2 voor meer informatie.
7
Schakelaar 'UPS on/off' schakelt de gehele UPS aan of uit,
inclusief de bypass!
8
MCB 'Mains on/off' beveiligt de netingang en de
batterijlader.
9
MCB 'Bypass on/off' beveiligt het systeem bij grote
overbelasting of kortsluiting in de belasting.
10 Handbediende bypass-schakelaar
1 = apparatuur door de UPS gevoed
2 = apparatuur via bypass door het lichtnet gevoed
WAARSCHUWING!
de ingang onder spanning staat, de uitgang
eveneens onder spanning, ongeacht de
positie van de MCB's 'mains' en 'bypass'.
11
Afdekkap van de I/O-klemmen, met daarachter:
11A
Ingangsklemmen
1 = Aarde, 2 = Fase, 3 = Nul
11B
Uitgangsklemmen
3/5/6kVA: 4 = Fase, 5 = Nul, 6 = Aarde
8/10kVA: 4 = Aarde, 5 = Fase, 6 = Nul
12
RS232/Contactinterfacekaart, met:
12a
- RS232-interfacepoort(zie 6.1)
- Noodstop (zie 4.5.1 / 4.5.3 en 6.2)
- Batterijen afgeschakeld, pin 1-2 (kan worden
gebruikt voor externe signalering).
13
Vrij optieslot voor insteekkaarten:
- Relaiskaart (zie 6.3)
- SNMP-kaart (zie 6.4)
14
Optieslot voor RPA-kaart (Redundant Parallel Architecture).
Zie 4.5.5 en 7.3.
15
DC-connector.
16
Sleuven om kabelklemmen te bevestigen.
17
Batterijzekeringhouder.
18
Gaten om kabelbinders te bevestigen (datakabels)
Gebruikershandeiding LP11 3- 5 - 6 – 8 - 10 kVA UPS 5.0 (NL)
17
toont
UPS-systeemgegevens,
In positie 2 staat, indien