9
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN3
Indien de UPS niet naar behoren functioneert, controleer dan eerst of de oorzaak moet worden gezocht in de UPS zelf of in
de omgevingsfactoren (bv. aansluitingen, temperatuur, vochtigheid, of belasting). Controleer vervolgens of de
MCB/schakelaars op het achterpaneel (fig. 12, 7-8-9) in de positie 'on' staan.
Op het LCD-scherm op het frontpaneel verschijnt informatie over het probleem en, in geval van een externe oorzaak, de
mogelijke oplossing. Indien de oplossing niet wordt getoond, neem dan contact op met uw leverancier.
Bij het inschakelen van de UPS wordt een zelftest uitgevoerd waarbij systeemstoringen kunnen worden vastgesteld. In dit
geval wordt gedurende 30 seconden een melding weergegeven waarna de zelftest wordt herhaald. Neem contact op
met uw leverancier indien de storing blijft bestaan.
De volgende meldingen kunnen verschijnen:
SELFTEST FAILURE
PCB POWER SUPPLY
SELFTEST FAILURE
AC ON INPUT
SELFTEST FAILURE
INT.BATTERY FUSE
SELFTEST FAILURE
EXT.BATTERY FUSE
SELFTEST FAILURE
BATTERY CHARGER
SELFTEST FAILURE
Uic TOO HIGH
SELFTEST FAILURE
TEMP TOO HIGH
SELFTEST FAILURE
Uba TOO LOW
SELFTEST FAILURE
Uic TOO LOW
SELFTEST FAILURE
Q4 NOT OK
* Indien wordt verwacht dat de ingangsspanning langer dan enkele uren afwezig zal zijn (als gevolg van een
lichtnetstoring of onderhoudswerkzaamheden), schakel dan de UPS uit om batterijvermogen te sparen. Indien de UPS
gedurende enkele dagen ingeschakeld blijft zonder ingangsspanning en zonder belasting, kunnen de batterijen zeer diep
worden ontladen. Dit verkort hun levensduur.
wijzigingen voorbehouden
Een of meerdere spanningen van de interne stroomvoorziening valt (vallen) buiten de
toegestane grenswaarden. Neem contact op met uw leverancier.
Een externe wisselspanning (niet de uitgangsspanning van de UPS) werd waargenomen
op de uitgangsklemmen van de UPS. Neem contact op met uw leverancier.
De interne batterijzekering is defect. Neem contact op met uw leverancier.
De stroomonderbreker van de batterij-uitbreidingsunit staat in de positie 'off'. Schakel
deze in de positie 'on'.
De batterijlader werkt niet naar behoren. Neem contact op met uw leverancier.
Storing in het ingangscircuit: geleverde spanning is te hoog. Neem contact op met uw
leverancier.
De temperatuur van (een van) de componenten is (blijft) te hoog.
Zie 5.3.2.
Opstarten is niet mogelijk wegens een te lage batterijspanning. Wacht enkele uren; laat
de UPS ingeschakeld*.
Storing in het ingangscircuit: geleverde spanning is te laag. De batterijen kunnen defect
of ontladen zijn. Wacht enkele uren; laat de UPS ingeschakeld*.
Hardwarematige uitgangsspanningdetector 'Q4' is actief.
33
Gebruikershandeiding LP11 3- 5 - 6 – 8 - 10 kVA UPS 5.0 (NL)