5.4.4 ROTATIESNELHEID VAN DE RGB-KLEUREN
Met deze functie kan de rotatiesnelheid van de RGB-ledstripkleuren wor-
den aangepast. Om de rotatie van de kleuren te activeren, raadpleeg
hoofdstuk "INSTRUCTIES VAN DE ZENDER".
5.4.4.1
Instelling met opgeslagen zender
Hiervoor gaat u als volgt te werk ("Afbeelding 17"):
1.
druk op de zender 1 keer op PRG. De gekoppelde ledstrip zal
twee keer knipperen
2.
druk op de zender 1 keer op PRG. De gekoppelde ledstrip zal
twee keer knipperen
3.
druk 3 s op
q
. De gekoppelde ledstrip zal drie keer knipperen.
Laat de toets
q
los
4.
druk (meerdere keren) op
de beschikbare opties in "Tabel 5". De gekoppelde ledstrip zal kort
daarna de geselecteerde optie tonen
5.
druk 3 s op
o
om uw keuze te bevestigen en de functie te verla-
ten. De gekoppelde ledstrip zal drie keer knipperen. Laat de toets
o
los.
17
1
(x 1)
PRG
x 2
3
(= 3s)
x 3
5
(3s)
ROTATIESNELHEID VAN DE RGB-KLEUREN
Aantal keer indrukken
q
(x 1)
q
(x 2)
q
(x 3)
q
tot u de gewenste optie selecteert uit
2
(x 1)
PRG
x 2
4
(x ...)
=
...
(x ...)
x 3
Instelling
Snelheid 1 RGB (fabrieksinstelling:
4s - 1s)
Snelheid 2 RGB (16s - 6s)
Snelheid 3 RGB (28s - 10s)
6
INSTRUCTIES VAN DE ZENDER
6
INSTRUCTIES VAN DE ZENDER
In de onderstaande tabel staat een overzicht van de toetsen van de zen-
der waarop gedrukt moet worden om de belangrijkste instructies naar het
systeem te verzenden.
INSTRUCTIES VAN DE ZENDER MET VOORINGESTELDE KLEUREN
(PRESET)
Toetsen
p
(x 1)
p
(> 1s)
o
q
(> 1s)
q
(x 1)
o
p
+
o
+
q
SLIDER +
SLIDER -
3
INSTRUCTIES VAN DE ZENDER MET AANGEPASTE KLEUREN (CUSTOM)
Toetsen
p
(x 1)
p
(> 1s)
5
o
q
(> 1s)
End
q
(x 1)
o
+
p
o
q
+
p
q
+
SLIDER +
Tabel 5
SLIDER -
7
EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING
7
EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING
Dit zijn de belangrijkste fasen bij de realisatie van de automatisering om de
maximale veiligheid van het systeem te garanderen. De eindtest kan ook
worden gebruikt om de apparatuur van het systeem periodiek te contro-
leren.
De serie handelingen die nodig is voor de test en die hierna beschreven
wordt, heeft betrekking op een standaardinstallatie.
De test wordt als volgt uitgevoerd:
1.
controleer of alle informatie beschreven in het hoofdstuk "ALGE-
MENE AANBEVELINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN
VOOR DE VEILIGHEID" nauwkeurig in acht is genomen
2.
test met de bedieningsapparaten (zender) de in- en uitschakeling
van de ledstrips en controleer of deze volgens hun programmering
werken.
Kanaal geactiveerd
Inschakeling met de laatst ingestelde kleur
Verhoging lichtsterkte
- Stopt de kleurenrotatie als deze gaande is
- Selectie van de kleur
Verlaging lichtsterkte
Uitschakeling
Kleurenrotatie met de klok mee
Kleurenrotatie tegen de klok in
Verhoging lichtsterkte
Verlaging lichtsterkte
Kanaal geactiveerd
Inschakeling met aangepaste kleur voor dat kanaal
Verhoging lichtsterkte
- Stopt de kleurenrotatie als deze gaande is
- Selectie van de aangepaste kleur voor dat kanaal
- Kleurenrotatie tegen de klok in als er geen aangepaste
kleur voor dat kanaal is ingesteld
Verlaging lichtsterkte
- Uitschakeling als de instructie van hetzelfde kanaal
komt
- Als de instructie van een ander kanaal komt gaat hij
aan
Kleurenrotatie met de klok mee
Kleurenrotatie tegen de klok in
Opslaan van de "custom" kleur (de ledstrip zal drie keer
knipperen om het opslaan te bevestigen)
Verhoging lichtsterkte
Verlaging lichtsterkte
Tabel 6
Tabel 7
NEDERLANDS – 9