NL
4.1. Tabel met meldingen
Hieronder staat een lijst met meldingen en aanbevolen acties voor het verhelpen van storingen. Deze meldingen wor-
den op het C6.1 bedieningspaneel, mobiele apparaat of een computer weergegeven. F staat voor kritische alarmeringen, W
voor mededelingen.
Code
Melding
F3
Temperatuur
retourwater is
laag
F4
Lage
temperatuur
toevoerlucht
F5
Hoge
temperatuur
toevoerlucht
F7
Warmtewisselaar
defect
F8
IJsafzetting in de
warmtewisselaar
F9
Intern brand-
alarm
F10
Extern brand-
alarm
F11-F22 Temperatuursen-
sor is defect.
F23-F26 Regelmodule
defect
F28
Storing tempera-
tuursensor
F29
Storing vochtig-
heidssensor
F30
Storing vochtig-
heidssensor
Enkel CF kasten.
1
42
Mogelijke oorzaak
1. Geen heet water in het
waterverwarmingssysteem.
2. Circulatiepomp werkt niet.
3. Waterregelklep of actuator werkt
niet.
4. Temperatuursensor retourwater is
defect of foutief geïnstalleerd.
1. Geïntegreerde verwarmingen wer-
ken niet.
2. Aanvullende verwarmings-/koe-
lingsapparaten zijn defect of foutief
geïnstalleerd.
3. Luchttemperatuursensor is defect.
1. Geïntegreerde verwarmingen wer-
ken niet naar behoren.
2. Aanvullende verwarmings-/koe-
lingsapparaten werken niet naar
behoren of zijn foutief geïnstalleerd.
3. Luchttemperatuursensor is defect.
1. Warmtewiel draait niet (alleen bij
DOMEKT R apparaten).
2. Luchtomleidingsklep van de tegen-
stroomwarmtewisselaar werkt niet
goed (alleen bij DOMEKT CF units).
1. Vorstbescherming van de warmte-
wisselaar werkt niet naar behoren.
2. Vorstbescherming is uitgeschakeld
en de buitenluchttemperatuur is
lager dan -4°C.
1
1. Interne luchttemperatuur is hoger
dan 50°C
2. Temperatuursensor is defect.
Een brandalarm werd ontvangen van
het brandbeveiligingssysteem van het
gebouw.
Temperatuursensor(s) defect of niet
aangesloten.
Storing regelmodule moederbord.
Geen signaal van temperatuursensor in
het bedieningspaneel.
Geen signaal van vochtigheidssensor
in het bedieningspaneel.
Defecte of losgekoppelde luchtvoch-
tigheidssensor waarmee het apparaat
werkt.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Wat de gebruiker moet doen
1. Controleer of er zich heet water in het systeem bevindt.
2. Controleer of de circulatiepomp in werking is.
3. Controleer of er een waterregelklep opent.
4. Controleer of een retourwatersensor is geïnstalleerd con-
form de aanwijzingen in de 'Installatiehandeiding'. Neem
contact op met uw installateur of erkende servicedienst.
1. Neem contact op met een erkende servicedienst.
2. Neem contact op met het bedrijf dat de extra verwarmings-/
koelingsapparatuur heeft geïnstalleerd of verkocht.
3. Neem contact op met een erkende servicedienst.
1. Neem contact op met een erkende servicedienst.
2. Neem contact op met het bedrijf dat de extra verwarmings-/
koelingsapparatuur heeft geïnstalleerd of verkocht.
3. Neem contact op met een erkende servicedienst.
1. Controleer op vreemde voorwerpen of rommel dat rond-
draaien van de warmtewieltrommel verhindert. Controleer
of de warmtewielaandrijfriem niet gescheurd is.
2. Neem contact op met een erkende servicedienst.
1. Controleer de instellingen van de vorstbescherming.
Controleer of een externe voorverwarming werkt, indien
toegepast.
2. Controleer instellingen vorstbescherming. Indien een ge-
integreerde externe voorverwarming niet wordt toegepast
dan kunt u geen apparaat met een tegenstroomwarmtewis-
selaar gebruiken als de temperatuur buiten lager wordt dan
-4°C.
1. Lokaliseer de hittebron in de kanalen of de unit.
2. Neem contact op met een erkende servicedienst.
Zodra een brandalarm is gewist, moet de unit worden gestart
met het bedieningspaneel, de computer of de smartphone.
Neem contact op met een erkende servicedienst.
Neem contact op met een erkende servicedienst.
Controleer de bedrading en kabels van het bedieningspaneel.
Vervang indien nodig het bedieningspaneel.
Controleer de bedrading en kabels van het bedieningspaneel.
Vervang indien nodig het bedieningspaneel.
Controleer de sensorbedrading, vervang de sensor of geef aan
dat deze sensor niet wordt gebruikt in de instellingen.
DOMEKT C8_user manual_23-12