5.6.3.1
MIG/MAG-lassen
Voor elke JOB kan voor het start-, beknopte hoofd- en eindprogramma apart worden ingesteld of er naar
de pulsmethode moet worden overgeschakeld.
Deze eigenschappen worden samen met de JOB in het lasapparaat opgeslagen. De pulsmethode is af
f abriek in het eindprogramma van alle f orceArc JOB's geactiveerd.
P
, P
en P
START
B
draadtoevoerwaarde van het hoofdprogramma P
programma's worden ingesteld (zie parameter abs. waarde-instelling) > zie hoofdstuk 5.7.3.
Menupunt/parameter
Gasvoorstroomtijd
Gasinstelwaarde
Draadaanvoerapparaat relatief
Duur
U-correctie
Slope-tijd
Draadaanvoerapparaat [/min]
U-correctie
Duur
Slope-tijd
Draadaanvoerapparaat relatief
Duur
U-correctie
Slope-tijd
Slope-tijd
Draadaanvoerapparaat relatief
Duur
U-correctie
Terugbranden van de draad
Gasnastroomtijd
099-00L104-EW505
16.08.2024
zijn relatieve programma's af fabriek. Ze zijn procentueel afhankelijk van de
END
Bediening van de apparaatbesturing
Afbeelding 5-13
. Deze programma's kunnen ook als absolute
A
Programma
Opmerking
Vereiste GFE-optie/uitvoering (elektronische
gasdebietregeling)
P
Draadaanvoersnelheid, relatieve
START
Duur (startprogramma)
Correctie van de vlambooglengte
Slope-duur van P
P
Draadaanvoersnelheid, absolute
A
Correctie van de vlambooglengte
Duur (punttijd en superpulstijd)
Slope-duur van P
P
Draadaanvoersnelheid, relatieve
B
Duur (gereduceerd hoof dprogramma)
Vlambooglengtecorrectie, relatieve
Slope-duur van P
Slope-duur van P
P
Draadaanvoersnelheid, relatieve
END
Duur (eindprogramma)
Vlambooglengtecorrectie, relatieve
Lasopdrachtenbeheer (Menu)
naar P
START
A
naar P
A
B
naar P
B
A
naar P
B
END
37