+49 2680 181-0. Een lijst met bevoegde dealers vindt u op www.ewm-group.com/en/specialist-dealers. De aansprakelijkheid voor het gebruik van deze installatie beperkt zich uitsluitend tot de werking van de installatie.
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave ..........................3 2 Voor uw veiligheid ......................... 5 Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie ............. 5 Verklaring van symbolen ....................... 6 Veiligheidsvoorschriften ......................7 Transport en installatie......................10 3 Gebruik overeenkomstig de bestemming .................
Pagina 4
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie 5.5.2 JOB('s) laden ......................32 5.5.3 Configuratie opslaan ..................... 32 5.5.3.1 Systeem....................32 5.5.3.2 Xnet-apparaat ..................32 5.5.4 Configuratie laden ....................32 5.5.4.1 Systeem....................32 5.5.4.2 Xnet-apparaat ..................32 5.5.5 Laad talen en teksten ................... 32 5.5.6 Registratie op USB-geheugen ................
Voor uw veiligheid Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie Voor uw veiligheid Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie GEVAAR Werk- of gebruiksmethoden die nauwkeurig moeten worden aangehouden om een gerede kans op zwaar letsel of dood door ongeval van personen uit te sluiten. •...
Voor uw veiligheid Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij niet-naleving van de veiligheidsaanwijzingen! Het niet in acht nemen van de veiligheidsaanwijzingen kan levensgevaarlijk zijn! • Lees zorgvuldig de veiligheidsaanwijzingen van deze handleiding! • Volg de voorschriften van ongevallenpreventie en de landelijke voorschriften! •...
Pagina 8
Voor uw veiligheid Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Letselgevaar door ongeschikte kleding! Straling, hitte en elektrische spanning zijn onvermijdelijke bronnen van gevaar bij vlam- booglassen. De gebruiker moet alle verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gebruiken. De persoonlijke beschermingsmiddelen moeten de gebruiker tegen de volgende gevaren beschermen: •...
Pagina 9
Voor uw veiligheid Veiligheidsvoorschriften VOORZICHTIG Rook en gassen! Rook en gassen kunnen leiden tot ademnood en vergiftigingen! Bovendien kunnen dampen van oplosmiddelen (gechloreerde koolwaterstof) zich door de ultraviolette stra- ling van de vlamboog in giftig fosgeen omzetten! • Zorg voor voldoende frisse lucht! •...
Voor uw veiligheid Transport en installatie VOORZICHTIG Plichten van de eigenaar! Het gebruik van het apparaat veronderstelt de naleving van alle landelijke richtlijnen en wetten! • De nationale implementatie van de kaderrichtlijn (89/391/EEG) over de uitvoering van maatregelen ter verbetering van de veiligheid en gezondheidsbescherming van werkne- mers en bijbehorende individuele richtlijnen.
Pagina 11
Voor uw veiligheid Transport en installatie VOORZICHTIG Gevaar voor ongevallen door voorzieningsleidingen! Tijdens het transport kunnen niet-geïsoleerde voedingskabels (netkabels, stuurstroom- kabels enz.) gevaren veroorzaken, zoals bijv. het kantelen van aangesloten apparaten en personen verwonden! • Koppel alle voorzieningsleidingen los alvorens het transport uit te voeren! Kantelgevaar! Tijdens het verplaatsen en opstellen kan het apparaat kantelen, personen verwonden of beschadigd raken.
De volgende systeemcomponenten kunnen met elkaar worden gecombineerd: Deze beschrijving is uitsluitend van toepassing voor apparaten met apparaatbesturing RC XQ Expert 2.0 Rob . Apparaatbe- RC XQ Expert 2.0 Rob RC XQ Expert 2.0 Rob LG RC XQ Expert 2.0 Rob WLG sturing Beschrijving Zonder netwerkkop-...
Gebruik overeenkomstig de bestemming Meegeldende documenten/Geldige aanvullende documenten 3.4.1 Onderdeel van de complete documentatie Dit document is een onderdeel van de complete documentatie en is uitsluitend geldig in combinatie- met de complete documentatie! Lees en volg de gebruikshandleidingen van alle systeemcomponenten, vooral de veiligheidsaanwijzingen! De afbeelding toont het algemeen voorbeeld van een lassysteem.
Sneloverzicht Besturing - bedieningselementen Sneloverzicht Besturing - bedieningselementen Afbeelding 4-1 Pos. Symbool Beschrijving Drukknop Systeeminstellingen Weergave systeem en configuratie van de systeeminstellingen > zie hoofdstuk 5.4.4. Appraatweergave Apparaatweergave ter weergave van alle apparaatfuncties, menu's, parameters en hun waarden > zie hoofdstuk 4.3. Drukknop Interface-USB Bediening en instellingen van de interface-USB >...
Sneloverzicht Beeldschermsymbolen Pos. Symbool Beschrijving Drukknop Arc • Uitgangssituatie hoofdscherm: Omschakelen tussen hoofdschermtype 1 en 2. • Uitgangssituatie een van de submenu's: Weergave schakelt terug naar het hoofd- scherm. • Indrukken en ingedrukt houden: Na 3 sec. indrukken, schakelt het apparaat in de vergrendelmodus.
Sneloverzicht Appraatweergave Symbool Beschrijving Xbutton-afmelding Vlamboogdynamiek Xbutton-versienummer niet erkend Proces onderbreken Proces bevestigen Draaddiameter (lastoevoegmateriaal) Menunavigatie, één menu terug Menunavigatie, inhoud weergave uitbreiden Gegevens op USB-medium opslaan Gegevens van USB-medium laden USB-gegevensregistratie Omschakelingstoetsen beeldschermtype 3/4 Pulsvlambooglassen Standaard vlambooglassen Lasmethode Vernieuwen Na het lassen worden de laatst gebruikte laswaarden (hold-waarden) van het hoofdpro- gramma weergegeven.
Sneloverzicht Appraatweergave 4.3.2 Hoofdscherm Het hoofdscherm bevat alle voor het lasproces vereiste informatie vóór, tijdens en ná het lasproces. Bovendien wordt de statusinformatie constant weergegeven in de apparaatstatus. De toewijzing van de contextafhankelijke drukknoppen wordt eveneens in het hoofdscherm weergegeven. De gebruiker beschikt over verschillende vrij te selecteren hoofdschermen >...
Sneloverzicht Appraatweergave Afbeelding 4-4 De selectie van de gewenste variant (hoofdschermtype) wordt in het menu Apparaatconfiguratie (sys- teem) uitgevoerd > zie hoofdstuk 4.3.3. In hoofdschermtypes 1 en 2 kan direct naar het hoofdvenster worden geschakeld (toets linksboven in het venster of met drukknop Arc). 4.3.4 Startscherm Gedurende het opstartproces worden op het beeldscherm besturingsnaam, versie van de apparaatsoft-...
Sneloverzicht Appraatweergave 4.3.4.1 Systeemtaal wijzigen De gebruiker kan tijdens het startproces de systeemtaal selecteren of wijzigen op de apparaatbesturing. • Apparaat uitschakelen en opnieuw inschakelen. • Gedurende de startfase (opschrift WELDING 4.0 zichtbaar) de contextafhankelijke drukknoppen [D] indrukken. • Selecteer de gewenste taal door de besturingsknop te draaien. •...
Bediening van de apparaatbesturing Het lasvermogen instellen Bediening van de apparaatbesturing De primaire bediening wordt met de centrale besturingsknop onder het apparaatdisplay uitgevoerd. Selecteer het desbetreffende menupunt door de centrale besturingsknop te draaien (navigeren) en in te drukken (bevestigen). Als alternatief kunt u de selectie ook bevestigen met de contextafhankelijke drukknoppen onder het apparaatscherm.
Bediening van de apparaatbesturing Contextafhankelijke drukknoppen 5.3.2 Vergrendelfunctie De vergrendelfunctie dient ter bescherming tegen het onbedoeld verstellen van de apparaatinstellingen. De gebruiker kan door het lang indrukken van de knop van iedere apparaatbesturing resp. acces- soirecomponent met het symbool de vergrendelfunctie in- of uitschakelen. 099-00L104-EW505 17.01.2022...
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) Apparaatconfiguratie (systeem) In menu System kan de gebruiker de basisapparaatconfiguratie uitvoeren. Menutoegang: Afbeelding 5-1 5.4.1 Energiebesparingsmodus (Standby) De energiebesparingsmodus kan door een instelbare parameter in het configuratiemenu (tijdsafhankelijke energiebesparingsmodus) worden geactiveerd. Bij een actieve energiebesparingsmodus wordt de weer- gave van de apparaatbesturing Expert XQ 2.0 donker en wordt op de apparaatdisplays van het draadaanvoerapparaat alleen de middelste digit weergegeven.
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) 5.4.2 Toegangsmachtiging (Xbutton) Er zijn twee mogelijkheden om lasparameters te beveiligen tegen onbevoegde toegang of onbedoelde verstelling: 1 Sleutelschakelaar (afhankelijk van de apparaatuitvoering beschikbaar). In sleutelpositie 1 kunnen alle functies en parameters onbeperkt worden ingesteld. In sleutelpositie 0 kunnen de weergegeven laspa- rameters of functies niet worden gewijzigd (zie desbetreffende documentatie).
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) 5.4.3 Statusinformatie In dit menu krijgt de gebruiker informatie over actuele systeemstoringen en waarschuwingen. 5.4.3.1 Fout en waarschuwingen Afbeelding 5-3 Pos. Symbool Beschrijving Foutnummer > zie hoofdstuk 8.2 Foutsymbolen ------- Waarschuwing (voorstadium van storing) ------- Storing (lasproces wordt gestopt) ------- Specifiek (voorbeeld temperatuurfout) Uitgebreide foutbeschrijving...
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) 5.4.3.2 Bedrijfsuren Menupunt/parameter Waarde Opmerking Inschakelduur resetbaar: 0:00 h Waarden worden resetbaar door het indrukken en draaien van de centrale besturingsknop Vlamboogduur resetbaar: 0:00 h Totale inschakelduur: 0:00 h Totale vlamboogtijd: 0:00 h 5.4.3.3 Systeemcomponenten Een lijst met alle aanwezige systeemcomponenten met ID-nummer, softwareversie en benaming wordt weergegeven.
0-100 % Display-negatief: 2-takt selecteerbaar 2-takt speciaal select. Puntlassen selecteerbaar 4-takt speciaal select. P0 van RC XQ Expert 2.0 Rob wijzig- baar: Weergave gemiddelde waarde bij super- Bij actieve superPlus wordt het lasvermogen Puls: als gemiddelde waarde weergegeven. Het lasvermogen wordt ook bij geactiveerde superPuls door programma A weergegeven.
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) 5.4.6 Compensatie leidingsweerstand De weerstandswaarde van de leidingen kan rechtstreeks of op de stroombron worden ingesteld. Bij le- vering is de leidingsweerstand ingesteld op 8 mΩ. Deze waarde komt overeen met een 5 m massakabel, 1,5 m tussenslangpakket en 3 m watergekoelde lastoorts.
Pagina 29
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) 50mm DE - Abgleich Leitungswiderstand EN - Cable resistance alignment FR - Alignement résistance ligne IT - Compensazione resistenza circuito ES - Compensación de la resistencia del cable NL - Compensatie leidingsweerstand SE - Kalibrering av ledningsmotståndet PL - Porównanie rezystancji przewodu RU - Компенсация...
De melding kan worden gereset en er kan een nieuwe QR-code door het netwerk wor- den aangevraagd. 5.4.7.2 Identificatie onderdeel In het ewm Xnet worden voorgedefinieerde barcodes met de handscanner geregistreerd. In de besturing worden onderdelen opgeroepen en weergegeven. Afbeelding 5-6 Pos. Symbool Beschrijving...
Bediening van de apparaatbesturing Offline-gegevensoverdracht (USB) Pos. Symbool Beschrijving Menu-navigatie Naar vorig menu 5.4.7.4 Fout en waarschuwingen Er wordt een lijst met alle ewm Xnet-specifieke fouten en waarschuwingen met ID-nummer en be- schrijving weergegeven. 5.4.7.5 Statusinformatie Afbeelding 5-8 5.4.7.6 Netwerk Afbeelding 5-9 5.4.7.7...
Bediening van de apparaatbesturing Offline-gegevensoverdracht (USB) Via de USB-interface kunnen gegevens tussen de apparaatbesturing en een USB-opslagmedium worden uitgewisseld. Afbeelding 5-10 5.5.1 JOB('s) opslaan Een enkele JOB of een bereik (van – tot) van lasopdrachten (JOB's) van het lasapparaat opslaan op een opslagmedium (USB).
Bediening van de apparaatbesturing Offline-gegevensoverdracht (USB) 5.5.6 Registratie op USB-geheugen De lasgegevens kunnen op een opslagmedium worden geregistreerd en wanneer nodig met de kwali- teitsmanagmentsoftware Xnet gelezen en geanalyseerd. Uitsluitend voor apparaten met netwerkonder- steuning (LG/WLG)! 5.5.6.1 USB-geheugen registreren Voor de identificatie en toewijzing van lasgegevens tussen stroombron en opslagmedium moet het ops- lagmedium eenmalig worden geregistreerd.
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) Lasopdrachtenbeheer (Menu) In dit menu kunnen gebruikers alle taken rondom de organisatie van de lasopdracht (JOB) uitvoeren. Deze apparaatserie onderscheidt zich door de eenvoudige bediening en vele functies. • Een groot aantal lasopdrachten (JOB's), bestaande uit lasmethode, materiaalsoort, draaddiameter en soort beschermgas zijn al voorgeprogrammeerd >...
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) 5.6.3 Programmaverloop De instelbereiken van parameterwaarden zijn samengevat in het hoofdstuk Parameteroverzicht > zie hoofdstuk 9.1. In het programmaverloop kunt u lasparameters selecteren en bijbehorende waarden instellen. Het aantal weergegeven parameters is afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus. Daarnaast heeft de gebruiker toegang tot de uitgebreide instellingen en instelmodus.
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) 5.6.3.1 MIG/MAG-lassen Voor elke JOB kan voor het start-, beknopte hoofd- en eindprogramma apart worden ingesteld of er naar de pulsmethode moet worden overgeschakeld. Deze eigenschappen worden samen met de JOB in het lasapparaat opgeslagen. De pulsmethode is af fabriek in het eindprogramma van alle forceArc JOB’s geactiveerd.
Bediening van de apparaatbesturing Instelmodus Pos. Symbool Beschrijving Drukknop, Gastest/slangpakket spoelen • ---------- Gastest: Als u de drukknop één keer indrukt, stroomt er ca. 20 sec. beschermgas (symbool knippert langzaam). Door de knop nogmaals in te drukken kan het proces op elk moment worden beëindigd. •...
Pagina 39
Bediening van de apparaatbesturing Instelmodus Pos. Symbool Beschrijving DV-tolerantie Spanningstolerantie Uitgebreide instellingen Voor de weergave en instelling van uitgebreide procesparameters WPQR-lasgegevenswizard Menupunt/parameter Waarde Opmerking Automatisch Vanuit het hoofdscherm wordt na een lasstart automatisch het venster lasbewaking geo- pend. Door het bedienen van de draaiknop wordt automatisch weer terug naar het hoofd- venster geschakeld.
Bediening van de apparaatbesturing Online-gegevensoverdracht (netwerkkoppeling) 5.7.4 JOB-weergave-instelling Menupunt/parameter Waarde Opmerking Tekst voor materiaal: Standaard Alternatief Tekst voor gas: Standaard Alternatief Absolute waarde-instelling: Start-, daal- en eindstroom worden in absolute waarden weergegeven. Start-, daal- en eindstroom worden procen- tueel door programma A weergegeven (af fab- riek).
Lasmethode MIG/MAG-lassen Lasmethode De selectie van de lasopdracht kunt u uitvoeren in het menu JOB-selectie (mate- riaal/draad/gas) > zie hoofdstuk 5.6.1. De basisinstellingen van de desbetreffende lasmethode, zoals bedrijfsmodus of correctie van de vlam- booglengte, kunnen in het weergavegedeelte voor procesparameters in het hoofdscherm worden gesel- ecteerd >...
Pagina 43
Lasmethode MIG/MAG-lassen 2-takt-bedrijf Afbeelding 6-1 1ste takt • Robot geeft startsignaal aan de stroombron door. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. •...
Pagina 44
Lasmethode MIG/MAG-lassen 2-takt bedrijf met superpuls Uitsluitend bij apparaatvarianten met het lasproces pulsvlamboog. Afbeelding 6-2 1ste takt • Robot geeft startsignaal aan de stroombron door. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit.
Pagina 45
Lasmethode MIG/MAG-lassen 2-takt speciaal Afbeelding 6-3 1ste takt • Robot geeft startsignaal aan de stroombron door. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START start...
Pagina 46
Lasmethode MIG/MAG-lassen 2-takt speciaal met superpuls Uitsluitend bij apparaatvarianten met het lasproces pulsvlamboog. Afbeelding 6-4 1ste takt • Robot geeft startsignaal aan de stroombron door. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START...
Lasmethode MIG/MAG-lassen 6.1.2 coldArc / coldArc puls Warmtereducerende, spatarme korte vlamboog voor kromtrekkingsarm lassen en solderen van dunne platen met uitstekende overbrugging van lasvoegen. Afbeelding 6-5 Na het selecteren van het coldArc-lasproces > zie hoofdstuk 5.6 beschikt u over de volgende eigen- schappen: •...
(smeltbad) af en wordt de inbranding kleiner. Afbeelding 6-8 Bij een EWM wiredArc-vlamboog met draadregeling varieert de lasstroom (AMP) bij veranderingen van de stickouts slechts weinig. De compensatie van de lasstroom vindt door een actieve regeling van de draadsnelheid (DG) plaats.
Lasmethode MIG/MAG-lassen 6.1.6 acArc puls XQ Door het wisselstroomlasproces acArc puls XQ wordt het MIG-aluminium-lassen in de handmatige en automatische modus nog eenvoudiger. Met acArc puls XQ zijn zuivere lasnaden zonder schotresten bij dunne platen en AlMg-legeringen mogelijk. Voordelen • Perfect aluminium lassen, met name in het bereik voor dunne platen door gerichte warmtereductie •...
Pagina 50
Lasmethode MIG/MAG-lassen De basisveronderstelling voor optimale lasresultaten is de op de toepassing afgestemde uitrusting van het draadaanvoersysteem. Voor het lasproces acArc puls XQ is het complete draadaanvoersysteem van de apparaatserie Titan XQ AC af fabriek met de componenten voor aluminium-lastoevoegmateriaal uitgerust! Aanbevolen systeemcomponenten: •...
Onderhoud, verzorging en afvalverwerking Algemeen Onderhoud, verzorging en afvalverwerking Algemeen GEVAAR Gevaar voor verwonding door elektrische spanning na uitschakeling! Werkzaamheden aan een open apparaat kunnen tot dodelijke verwondingen leiden! Tijdens werking worden de condensatoren in het apparaat met elektrische spanning ge- laden.
Lampen, batterijen of accumulators moeten voor het afdanken van het apparaat verwijderd en geschei- den worden afgevoerd. Het type batterij of accu en de samenstelling is aangegeven aan de bovenkant (Type CR2032 of SR44). In de volgende EWM--producten kunnen batterijen of accumulators aanwezig zijn: •...
Verhelpen van storingen Softwareversie van de apparaatbesturing weergeven Verhelpen van storingen Alle producten worden onderworpen aan strenge productie- en eindcontroles. Mocht er desondanks toch een keer iets niet werken, controleer het product dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen van de aangegeven mogelijkheden om het defect te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer.
Pagina 54
Verhelpen van storingen Foutmeldingen Fout (categorie) Mogelijke oorzaak Oplossing Koelvloeistofgebrek Lage doorstroomhoeveelheid Koelmiddel bijvullen. Koelmiddeldoorstroming controleren - knikken in slangpakket oplossen. Doorstroomas aanpassen. [1] [3] Waterkoeler reinigen. Pomp draait niet Pompas aandraaien. Lucht in koelvloeistofcircuit Koelvloeistofcircuit ontluchten. Slangpakket niet volledig met Apparaat uit en opnieuw inschakelen koelmiddel gevuld.
Pagina 55
Verhelpen van storingen Foutmeldingen Fout (categorie) Mogelijke oorzaak Oplossing 33 Fout UIST Spanningsregistratie onjuist Kortsluiting in het lasstroomcircuit verwijderen. Externe voelerspanning verwijderen. Service aanvragen. 34 Fout in de elektronica A/D-kanaalfout Schakel het apparaat uit en weer in. Service aanvragen. 35 Fout in de elektronica Flankfout Schakel het apparaat uit en weer in.
Verhelpen van storingen Waarschuwingsmeldingen Fout (categorie) Mogelijke oorzaak Oplossing Overstroom Overstroomdetectie Draadtoevoerkern niet in nauwe draadtoevoer- draadtoevoeraandrijving. bochten leggen. aandrijving Draadtoevoerkern op soepelheid controleren. 56 Netfase-uitval Een fase van de netspanning is Netaansluiting, netstekker en netbe- uitgevallen. veiliging controleren. Snelheidsfout slave Storing DV-apparaat Aansluitingen, leidingen, verbindin- (slave-aandrijving).
Pagina 57
Verhelpen van storingen Waarschuwingsmeldingen Waarschuwing Mogelijke oorzaak / oplossing 2 Halve-golvenuitvallen Procesparameters controleren. 3 Waarschuwing lastoortskoeling Koelmiddelpeil controleren en eventueel bijvullen. 4 Beschermgas Beschermgasvoeding controleren. 5 Koelmiddeldoorstroming Min. doorstroomhoeveelheid controleren. 6 Draadreserve Er is weinig draad op de spoel. 7 CAN--bus uitgevallen Draadaanvoerapparaat niet aangesloten, zekeringsautomaat draadtoevoermotor (geactiveerde automaat door bedienen re- setten).
Verhelpen van storingen Jobs (lasopdrachten) resetten naar fabrieksinstellingen Waarschuwing Mogelijke oorzaak / oplossing 34 JOB onbekend De JOB-selectie is niet uitgevoerd omdat het JOB-nummer on- bekend is. 35 Overstroom draadtoevoermotor Overstroomdetectie draadtoevoermotor.slave (push/push-sys- slave teem of tussenaandrijving). 36 Snelheidsfout slave Storing draadaanvoerapparaat, continue overbelasting van de draadaandrijving (push/push-systeem of tussenaandrijving).