Inhoudsopgave
Advertenties
AANWIJZING: De luchttoevoerpoort en luchtafvoerpoort zijn aangegeven met de betreffende platen dicht bij de poorten,
zoals te zien is bij afbeelding 13. Bij een dubbelwerkende actuator zijn de poorten voor de luchttoevoer aangegeven met
een nummer overeenkomstig ISO 5599-2.
AANWIJZING: De veilige rotatierichting is aangegeven op de betreffende plaat, zoals bij afbeelding 10 te zien is en is in
overeenkomstig met EN 15714-3.
Open de afsluiter en sluit deze weer (indien mogelijk) voordat de actuator op de afsluiter wordt gemonteerd om te
controleren of de afsluiter niet vastzit. Let erop dat de afsluiter en de Limitorque-actuator in dezelfde richting draaien en
zich in dezelfde positie bevinden (bijvoorbeeld afsluiter gesloten, actuator gesloten). De montagepositie van de actuator
ten opzichte van de afsluiter moet overeenkomen met de vereisten voor de installatie (de as van de actuator evenwijdig
aan of loodrecht op de as van de leiding).
2.2 Aansluiting met afsluiter en montageset
Bij de LPS-actuator is het spoelstuk doorgaans al gemonteerd. Voer de volgende stappen uit om de actuator op de
afsluiter te monteren:
2.2.1
2.2.2
2.2.3
2.2.4
12
Controleer of de montageoppervlakken, de stangadapter en het spoel stuk
goed zitten. Reinig de flenzen van de afsluiter en het spoelstuk om olie
en vet weg te halen, omdat het koppel door wrijvingsweerstand wordt
overgedragen. Verwijder roest die mogelijk tijdens de opslag is ontstaan.
Bevestig de afsluiter (mogelijk met de bedienings as in verticale positie)
van een enkelwerkende actuator 'fail-closed' in gesloten positie en van
een enkelwerkende actuator 'fail-open' in open positie. Bevestig de
afsluiter bij een dubbelwerkende actuator met 'belasting bij uitval' in
dezelfde open of gesloten positie, die afhankelijk is van de actuator die op
de afsluiter wordt geïnstalleerd.
Hef de actuator met de specifieke hefpunten (oogbouten) en gebruik
een goed hefsysteem. Houd de actuator boven de afsluiter en laat deze
zakken tot de asadapter door het boorgat van de actuator gaat. Laat
de actuator verder zakken tot het spoelstuk op het montageoppervlak
van de afsluiter rust. Hier moet geen kracht bij worden uitgeoefend. Er
moet alleen gebruik worden gemaakt van het gewicht van de actuator.
De bevestigingsbouten (of tapbouten) van de afsluiter moeten makkelijk
in de boutgaten van het spoelstuk passen. Draai de actuator een paar
graden of laat deze slaan en / of pas de slagbegrenzing van de actuator
aan, indien nodig.
De bevestigingsmoeren (of bouten) waarmee de onderkant van
het spoelstuk op de flens van de afsluiter wordt bevestigd, moeten
gelijkmatig kruislings worden vastgedraaid overeenkomst de tabel met
aandraaikoppels zonder smeermiddel (tabel 2 in de bijlage).
AANWIJZING: In sommige gevallen kunnen de afsluiter en actuator
direct aan elkaar worden gekoppeld en is er geen spoelstuk nodig. In
deze gevallen kan Flowserve een verbindingsadapterflens (voor onder de
actuator) en een speciale bus leveren. De bus moet dan in het jukboorgat
worden geschoven.
Krachtige actuatoren LPS-serie FCD LFNLIM0001-05-A4 – 09/18
Advertenties
Inhoudsopgave
